Tre Fontane (Italië)


12 april 1947
De wonderlijke bekering van de communist Bruno Cornacchiola
"Ik haatte de kerk, tot Maria mij riep"

Bruno Cornacchiola werd 9 mei 1913 geboren. Hij groeide op straat op; hij was van arme ouders. Hij trouwde tijdens zijn militaire dienst en ging daarna vrijwillig de Spaanse oorlog in. Een Duitse kameraad vergiftigde hem met een satanische haat tegen de Kerk en de paus. Zelf had hij geen religieuze of politieke overtuiging en vanaf die tijd stond alles in het teken van de haat. Hij had in Spanje een dolk gekocht om er Pius XII mee te vermoorden; hij wilde zo de wereld bevrijden van een tiran.

Op 12 april 1947 was hij met zijn 3 kinderen een dagje naar buiten. Bruno had papier bij zich om aantekeningen te maken voor een rede tegen de Kerk, de paus en de H. maagd. Zijn kinderen speelden met een bal, die op een gegeven moment kwijt was. Hij zette de kleinste bij de ingang van de grot en ging meezoeken. Na verloop van tijd riep hij Gianfranco. Omdat hij geen antwoord kreeg, ging hij terug. Hij vond het kind in de grot op de knieën, terwijl hij bewegenloos omhoog keek. De twee andere kinderen begonnen hun broertje heen en weer te schudden, maar gelijk daarop vielen ook zij op de knieën en Bruno hoorde hen zeggen: "mooie vrouw, mooie vrouw". Hij greep Isola en schudde haar, wilde haar op de been zetten, maar het leek of zij tonnen woog. Bruno begon te huilen en om hulp te roepen; hij dacht dat zijn kinderen behekst waren. Dan zag hij twee witte doorzichtige handen. Ze gingen over zijn gezicht in een gebaar, als om hem iets van de ogen af te nemen. Tegelijkertijd voelde hij een diepe innerlijke smart en alles om hem heen werd donker. In deze duisternis ontwaarde hij een klein licht, dat snel groter werd. Dan zag hij in het midden daarvan een vrouwengestalte, buiten gewoon mooi: een groene mantel, wit kleed, een roserode band om het zwarte haar en blote voeten. Hij was verrukt, wilde iets zeggen, maar kon niet. De Vrouw sprak: "Ik ben degene, die zich binnen de Goddelijke Drieënheid bevindt. Ik ben de Maagd van de Openbaring. Je vervolgt Mij, maar nu is het genoeg!"

Het is alsof wij hier Jezus-Christus tot Saulus horen spreken. Tre Fontane is de plaats waar Paulus (die voor zijn bekering Saul heette) onthoofd werd (drie fonteinen). Maria vertelt Bruno over de noodzaak van gebed voor de bekering van de zondaren en ongelovigen en Zij beveelt hiervoor de Rozenkrans aan. Dan geeft Zij hem een geheime boodschap voor de Paus, die hijzelf moet overbrengen. Zij spreekt hem over Haar opname in de Hemel met ziel en lichaam. Dit gesprek duurt ruim een uur en nog weet hij álles. Voor Zij wegging zei Zij: "Om je te overtuigen, dat dit visoen werkelijkheid is en geen vrucht van je fantasie, geef Ik je het volgende teken. Als je hierover spreekt, zal niemand je geloven. Je zult in de kerken en op straat Priesters moeten zoeken. Je zult hen groeten en zeggen: "Pater, ik moet u spreken". Op zekere dag zal er één antwoorden: "Avé Maria, mijn zoon, wat wil je?" Dan zeg jij wat er in je opkomt en hij zal antwoorden, terwijl hij op een andere priester zal wijzen: "die daar is de juiste priester voor jouw geval".

Zijn kinderen hadden alleen de Vrouw gezien en geen woord gehoord. Het visioen hield hem gevangen; hij wist dat er iets bijzonders gebeurd was, maar het lukte hem niet te geloven. Toch begon hij in de stad de Priesters aan te spreken met: "Pater, ik moet u spreken". Hij kreeg hierop de vreemdsoortigste antwoorden, maar niet wat Maria hem gezegd had. Dit duurde 16 dagen; toen besloot hij naar de kerk in zijn wij te gaan. Dit had hij vermeden, omdat hij daar bekend stond als een priesterhater. In de kerk verborg hij zich achter pilaren, totdat een priester vlak langs hem kwam. Toen fluisterde hij: "Pater, ik moet u spreken". Deze stond stil en antwoordde hoffelijk: "Avé Maria, mijn zoon, wat wil je?" Bij deze woorden werd hij diep getroffen en smartelijk antwoordde hij: "Geef mij weer leven ... dan is toch alles waar ... " De priester keek hem verwonderd aan en onderbrak hem: "Ziet u die priester daarbuiten? Ga naar hem, hij is voor uw geval de juiste".

Het volgende jaar had Bruno verschijningen op 6 mei en 23 mei. Bij deze laatste was een priester aanwezig, die zeer onder de indruk kwam en geloofde. De Kerk stond nog afwijzend, maar door de grote toestroom van het volk en de genade-regen, die zo opzienbarend was, werd er een half jaar later een pelgrimstocht georganiseerd. Hier namen Priesters en zelfs Bisschoppen aan deel en wel 10.000 gelovigen. De Kerkelijke autoriteiten begonnen een onderzoek, ook naar de wonderbare genezingen.

In deze tijd doet zich een merkwaardige en mysterieuze gebeurtenis voor. Hier volgt de merkwaardige geschiedenis, die Bruno Cornacchiola zelf vertelt. In juli 1949 liet de Overste van het instituut, waar ik mijn drie kinderen gebracht had om ze aan de nieuwsgierigheid van de mensen te onttrekken, mij roepen. Zij vertelde mij, dat zij een droom had gehad, waarin zij een redenaar in een grote kerk alles hoorde verklaren, wat de Madonna te Tre Fontane gezegd had. Ik had de woorden van de Madonna alleen aan de Kerkelijke autoriteiten gegeven; ook mijn kinderen heb ik hier niets van verteld. Daarom was ik zeer verwonderd toen de Zuster mij zei: "De Madonna stelde zich aan u voor met deze woorden: "Ik ben degene, die zich binnen de Goddelijke Drieënheid bevindt. Ik ben de Maagd van de Openbaring. Je vervolgt Mij, maar nu is het genoeg!" De Zuster herhaalde mij de hele boodschap; tenslotte toonde ze mij een schrift en zei: "ik heb alles opgeschreven, opdat er een document is voor degenen die niet geloven willen". Tot slot voegde de geheime stem er nog aan toe: "allen zullen tegen deze gebeurtenis strijden; maar jullie moeten je niet in de war laten brengen". En als teken voor deze gebeurtenis heeft de geheime stem mij vooraf gezegd: "uw kinderen zullen van dit instituut weggejaagd worden; men zal mij lange verhoren afnemen en mij dan in het gekkenhuis zetten. Als ik weer thuis ben, zal ik een tumor krijgen en sterven; mijn lichaam zal op het kerkhof van de Trapisten begraven worden".

Ik vertelde deze zeldzame geschiedenis aan mijn biechtvader en het leek ons absurd, omdat enkele bijzonderheden echt niet te verwezenlijken schenen. Zo bijv. de begrafenis van een zuster op het kerkhof van de Trappisten ... Maar álles ging letterlijk in vervulling. De kinderen moesten er weg om wat ik in Tre Fontane gezien had. De Overste werd aan lange verhoren onderworpen en is in een gekkenhuis gedaan. Daarna nog 8 maanden in een nazorghuis. Toen vast stond, dat zij naar lichaam en geest gezond was, werd zij weer naar het instituut teruggezonden. Enige weken later kreeg zij pijn in haar heup; het was een tumor en korte tijd later stierf zij. Toen was ik zeer benieuwd waar zij begraven zou worden. De zusters van het instituut hadden hun begraafplaats in Verano en de voorbereidingen werden daar getroffen. De uitvaart was teneinde en de begrafenisstoet ging op weg. Toen kwam er een auto met het kenteken van het Vaticaan. Een Monseigneur maakte een handgebaar, de stoet stond stil. Hij stapte uit, sprak met de Generale Overste en de Pastoor, toonde kaarten. De pastoor sprak met de koetsier van de lijkwagen; deze keerde de paarden en men ging naar het Trappisten- klooster. Op dat kerkhof werd zij begraven. En zij is daar nog!

De verschijningen in Tre Fontane zijn door het Vaticaan met een buitengewone oplettendheid gevolgd, vooral door Pius XII. Hij heeft Bruno Cornacchiola verschillende malen in privé audiëntie ontvangen. Ook heeft Pius XII zelf het beeld willen zegenen, dat in de grot geplaatst zou worden. Dit houdt verband met het feit, dat in 1937 de Madonna reeds in de grot is verschenen aan een meisje met buitengewone charismatische gaven. Zij heeft toen gezegd: "Over tien jaar zal Ik hier weer verschijnen en wel aan een ongelovige, een vijand van de Kerk en van de Paus". Dit, in Rooms Katholieke kringen, tamelijk bekende meisje, gaf hetgeen zij gehoord en gezien had door aan Kardinaal Pacelli, die toen staatssecretaris was en dit meisje goed kende.

Vanzelfsprekend heeft Bruno zich bekeerd en werd een apostel van Maria. Hij stichtte een regligieuze vereniging. Hij heeft zijn belevenissen overal ter wereld verteld, ± 7.000 toespraken gehouden. Terwijl hij eens over zijn leven nadacht, hij was toen 67 jaar oud, werd hij zich bewust van het verlangen zich meer aan de beschouwing en het gebed te gaan wijden. Hij sprak hierover met zijn biechtvader, die het zeer goed vond. Op 7 november 1979 was hij te Tre Fontane om de Madonna hiervoor te bedanken Zij verscheem aan hem, terwijl hij de Rozenkrans bad. Zoals altijd ondervond hij een overgrote vreugde. Maria sprak met hem over de bekering van de zondaars en de geestelijke situatie van de mensen.

Tot op heden heeft Rome over de echtheid van de verschijningen te Tre Fontane nog geen definitieve beslissing genomen; niet negatief en niet positief.
“Dit is waarschijnlijk te wijten, tenminste gedeeltelijk, aan de reputatie van Bruno Cornacchiola; het schijnt dat hij aanspraak maakte op nog eens 28 verschijningen in 1986. De boodschappen bevatten verscheidene onheilsvoorspellingen, die (nog) niet zijn uitgekomen. Het schijnt ook dat hij niet helemaal waarheidsgetrouw was in zijn levensbeschrijving". Dit lijkt op de tragische geschiedenis van Melanie in La Sallette; haar eerste ervaring en haar verklaringen in latere jaren werden echter wel betrouwbaar verklaard.”