Onze Lieve Vrouw van de Pilaar

Feestdag van Onze Lieve Vrouw van de Pilaar: 12 oktober

Samen met Petrus en Johannes behoort Jacobus tot de intiemste vrienden van Jezus. Na de kruisiging, de verrijzenis, de tenhemelopneming van Jezus en de neerdaling van de heilige Geest op het feest van Pinksteren, begint Jacobus zijn eigen apostolaat. Hij ging zijn evangelie verspreiden over heel Israël en kort daarna over het Romeinse keizerrijk. Op zekere dag vertret hij naar het Iberische schiereiland en arriveerde omstreeks 40 jaar na Christus in het dorp Zaragossa in Noordoost Spanje. Negen discipelen vergezelden hem op deze reis. De Spaanse naam voor Jacobus is: "Sant Iago". Het land van zijn keuze bleek echter niet erg enthousiast te reageren op de blijde boodschap. Jacobus raakte hierdoor erg mistroostig. Terwijl hij diep in gebed was, verscheen de Heilige Maagd Maria aan hem. Zij gaf hem een klein houten beeld van Zichzelf en een zuil van Jaspis (versteend hout). Jacobus kreeg van Maria de opdracht een kerk ter ere van Haar te bouwen en Zij zei daarbij: "Deze plaats moet Mijn huis zijn en dit beeld en de zuil zullen op het altaar staan en de naam vormen van de tempel die je zult bouwen." Vandaar de naam "Onze Lieve Vrouw van de Pilaar".

Jacobus heeft op die plek een kapel gebouwd ter ere van de Heilige Maagd en er het Mariabeeld op de zuil geplaatst. Enige tijd later is Jacobus teruggegaan is naar Jeruzalem. Hij is daar onthoofd op last van Herodes in 44 na Christus. Omdat hij niet mocht worden begraven, werden de overblijfselen van de apostel Jacobus de Meerdere, na zijn marteldood, door zijn volgelingen naar de plaats Compostela in Spanje gebracht. Daar werd een geschikte begraafplaats voor hem gevonden. Eeuwen gaan voorbij. In 711 vallen de Moren Spanje binnen en maken zich volledig meester van het gehele schiereiland. Niemand denkt nog aan het graf van de heilige Jacobus. Pas in de negende eeuw wordt rondgebazuind dat het lichaam van de apostel Jacobus in Noord-Spanje ligt begraven. Het is Karel de Grote die het graf op de "ongelovigen" veroverde en het sein gaf tot de massale bedevaarten. Op de plaats, waar zich de stoffelijke resten van de heilige Jacobus bevinden, wordt een kapel gebouwd. Weldra wordt het gebouwtje te klein en wordt er op de plaats van de kapel een nieuwe, grotere kerk gebouwd, die in 899 wordt gewijd. Deze kerk heeft het ongeveer een eeuw uitgehouden, totdat in 997 de Moren het gebouw in de as legden. De begraafplaats van Sint Jacob was ondertussen het centrum geworden van een kleine stad, Santiago de Compostela. De bisschop van Iria Flavia had zijn buitenverblijf verlaten ten voordele van Compostela, en dus werd het tijd een nieuwe kathedraal te bouwen. Dit wordt de huidige kathedraal van Santiago. De uiteindelijke wijding van het kerkgebouw is in 1211.

Vanaf circa 1100 vandaag is de stad Santiago de Compostela, na Jeruzalem en Rome, de belangrijkste bedevaartplaats ter wereld. Met de reformatie in de 16e eeuw vermindert de belangstelling, maar na de echtheidsverklaring in 1881 door Paus Leo XIII bloeit deze weer op en duurt tot op de dag van vandaag. Pelgrims uit heel Europa trekken al eeuwen achtereen naar deze Spaanse stad. Maanden zijn zij onderweg op een soms barre tocht. Gedreven door een innerlijke drang naar wat achter de horizon ligt, zijn zij de voorlopers van de tegenwoordige langeafstands-wandelaars en -fietsers. Vijf weken, of zelfs drie maanden, elke dag ruim dertig kilometer lopen. Overnachten in slaapzalen waar vijftig mannen en vrouwen liggen te snurken, om zes uur op en met een rugzak op je nek weer in de benen. De Vierdaagse is er een kleuterwandelingetje bij: pelgrimeren naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela. Een bezigheid waar steeds meer Nederlanders zich aan overgeven. Dit jaar, 2004, is een "Heilig Jaar" want het naamfeest van de heilige Jacobus valt op een zondag. Deze dag worden er in Santiago de Compostela 300.000 pelgrims van over de hele wereld verwacht. Echte pelgrims gaan er prat op dat ze vanuit huis vertrekken. Vanuit Nederland is het een maand of drie lopen. Maar de meeste Santiago-gangers kiezen een startpunt als Vezelay (1600 kilometer) of St. Jean Pied-du-Port (780 kilometer).

Waarom deze grote belangstelling voor Santiago de Compostela? Waarom ga je dat hele eind lopen? Waarom neem je de daarmee gepaard gaande ongemakken voor lief? Waarom doe je dat ook nog als zestigplusser? Waarom, waarom......? Antwoord op al die vragen is moeilijk te geven. Vaak zal het wel een combinatie van religieuze, spirituele, culturele, sportieve en avontuurlijke motieven zijn die je de (pelgrims)schoenen doen aantrekken....... Een pelgrim zei eens: "Nederlanders lopen niet meer om religieuze redenen. Jacobus aanbidden is echt uit de tijd. Maar de spirituele redenen scoren hoog. We willen nadenken over de zin van het leven". Nou, als je honderd dagen onderweg bent heb je tijd genoeg om je geest te verrijken. Bovendien "doet" de weg iets met je; dat zegt iedereen. De prachtige natuur maar ook de rijke cultuur onderweg, de heel intense contacten met medepelgrims… iedereen ervaart het als heel bijzonder. Het lopen kost energie, maar je krijgt het dubbel en dwars terug. Hoe denken de pelgrims over de kathedraal van Santiago de Compostela? "Een Christelijke Kermis", vinden veel pelgrims, die het vooral om de tocht gaat en niet om het eindpunt.

Kathedraal

De hoofdingang van de kathedraal is op het Plaza del Orbradoiro en kan bereikt worden door de monumentale trap. De heilige Jacobus is in het centrum geplaatst terwijl zijn hand toepasselijk rust op een wandelstok. De centrale pilaar van de deur staat bekend als de Pelgrim Pilaar omdat pelgrims bij binnenkomst van de kathedraal hun handen erop leggen als teken van een veilige aankomst. Boven het hoge altaar, in het oostelijke gelegen eind van het gebouw, is een beeld van de heilige Jacobus. Het graf van de apostel bevindt zich in de crypte onder het hoofdaltaar. Om Santiago te eren betreden de pelgrims een trap achter het hoofdaltaar om zo het beeld tot dichtbij te kunnen naderen en de zoom van de mantel te kunnen kussen.

De attributen van de heilige Jacobus

Oorspronkelijk werd de heilige Jacobus de Meerdere alleen afgebeeld als grijsaard en Apostel. Voor de 12de eeuw ziet men hem dan ook slechts vergezeld van het algemene apostelattribuut: 'het Boek'. Ook verschijnt het zwaard, oorspronkelijk alleen als zinnebeeld van zijn onthoofding, maar later ook als teken van zijn patronaat over strijders, ridders en krijgslieden. Het zwaard heeft dan vaak de vorm van het Jacobuskruis, een rood kruisvormig zwaard waarvan de dolkvormige dwarsarmen eindigen in lelies met de Sint Jacobsschelp in het midden. Sinds de late middeleeuwen wordt hij ook afgebeeld als pelgrimsvader en schutspatroon van de pelgrims met staf, kalebasfles en Sint Jacobsschelp. Een legende vertelt hoe een ridder die met zijn op hol geslagen paard in de zee terecht kwam, hulp vroeg aan de heilige Jacobus. 
De ridder bleef drijven. Toen hij aan land kwam merkte hij dat hij met schelpen overdekt was. De Sint Jacobsschelpen werden gevonden aan de kust van Galicië (Noordwest Spanje). Het is dezelfde schelp die "Shell" als herkenningsteken heeft.

Vanaf circa 1100 vandaag is de stad Santiago de Compostela, na Jeruzalem en Rome, de belangrijkste bedevaartplaats ter wereld.

Patroonheilige Jacobus

Van Spanje; van de Pelgrims; van het heilige Jacobusgilde; bij de beroepsgroepen wordt Jacobus de Meerdere vereerd door arbeiders, apothekers, hoedenmakers en soldaten. Jacobus wordt aangeroepen bij reuma. Jacobus de Meerdere is patroon van de stad Den Haag.

Drie Buitengewone eigenschappen van de Maagd van de Pilaar?

  • De verschijning van de Heilige Maagd, te midden van de mensheid, vond plaats nog vóór Haar Tenhemelopneming;
  • Maria brengt een afbeelding van Zichzelf en van de Pilaar, die beide Haar altaar zullen vormen in de eerste Mariakerk uit de geschiedenis;
  • De band tussen Onze Lieve Vrouw van de Pilaar en de heilige Jacobus gaf aanleiding tot twee belangrijke Heiligdommen, nl. van Onze Lieve Vrouw in Zaragossa en van Jacobus in Santiago de Compostela. Tezamen vormen zijn het fundament van het Spaanse geloof.