Mariaverschijningen in Marpingen


Ik kom als moeder voor Duitsland

Al in de 19e eeuw is Marpingen (bisdom Trier) het toneel van Mariaverschijningen. Deze zijn toentertijd door het bevoegde kerkelijke gezag als niet authentiek afgekeurd. Desondanks is er een bedevaartcultus ontstaan, die vele pelgrims trekt naar dit oord nabij Saarbrücken. In 1999 kwam Marpingen opnieuw in de belangstelling te staan, toen drie jonge vrouwen beweerden dat Maria aan hen verscheen. Pater Dr. Jörg Müller ging op onderzoek en legde zijn bevindingen vast in twee boeken. Vooraleer de beweerde verschijningen van 1999 te bestuderen, gaan we eerst even terug in de geschiedenis van de 19e eeuw, het jaar 1876.

De eerste verschijning in 1876:

Op 3 juli 1876 werd in Lourdes, nadat een dag eerder de Bovenste basiliek, toegewijd aan de Onbevlekte, was geconsacreerd, het beeld van de Onbevlekte Ontvangenis in aanwezigheid van 35 kardinalen, aartsbisschoppen en bisschoppen, 3.000 priesters en 100.000 bedevaarders door Mgr. Meglia, de aarts-bisschop van Damascus en apostolisch nuntius in Parijs, delegaat van Pius IX gekroond. Sinds 1877 staat als herinnering aan die kroning van O.L. Vrouw van Lourdes op diezelfde plek het beeld van de Onbevlekte Ontvangenis. Het beeld is 2,5 m hoog en staat op een granieten voetstuk, midden in een perk van rozen, het gelaat gericht op de majestueuze basilieken van Lourdes. Precies op deze 3e juli 1876 verscheen de "Moeder Gods" aan drie achtjarige meisjes (Susanne Leist, Katharina Hubertus en Margaretha Kunz) in een stralend licht op een rozenstruik in het bos van Marpingen, het zogenaamde 'Hartelwald', toen zij bessen aan het plukken waren. Drie dagen later zagen ook vijf volwassenen de 'Koningin van de hemel'.

Vele zieke mensen, die door de artsen als ongeneeslijk ziek waren verklaard, werden in de volgende dagen en weken genezen, toen de kinderen de hand van de zieken bij nieuwe verschijningen op de voet van de voor de pelgrims onzichtbare "Moeder Gods" legden. Ook gebeurden er genezingen met de hulp van het water uit de zogenaamde bron van genade, die daar toen is ontsprongen, naar beweerd werd. Maria sprak: "Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis" en: "Jullie moeten vroom bidden en niet zondigen! Bid de gebeden: Kom, heilige Geest en: Onder uw bescherming".

Door krantenberichten in heel Duitsland bekend geworden, kwam een kolossale pelgrimskaravaan naar Marpingen. Marpingen was in ieders mond, zelfs tot in Amerika. Op sommige dagen bezochten 20.000 mensen dit verschijningsoord. Een geweldige herbeleving van het ontvangen der sacramenten begon. De Pruisische regering had toen juist de cultuurstrijd tegen de katholieke kerk geopend. Vele geestelijken zaten ten gevolge van de katholiekvijandige meiwetten van Bismarck in de gevangenis, zo ook de bisschop van Trier voor de duur van 9 maanden. 202 van de 731 pastorieën van het diocees Trier waren zonder priester. Rijkskanselier Bismarck wilde geen 'tweede Lourdes' op Duitse bodem. De drie achtjarige zieneressen werden dagenlang in de gevangenis vast gehouden en aansluitend in een evangelisch opvoedingsinstituut gestopt.

De verschijningen van Marpingen hielden zelfs de toenmalige Pruisische Landdag bezig. De pastoor werd samen met de kinderen voor het gerecht gedaagd. Verklaard werd dat de kerk niet handelsbekwaam was. Zonder enig onderzoek werden de verschijningen afgekeurd. Op 11 juli 1876, acht dagen na het begin van de verschijningen, had de 'verschijning' aangekondigd dat zij de volgende dag een teken zou geven zoals zij dat nog nooit gedaan had. De volgende dag, 12 juli, trok een compagnie soldaten naar de verschijningsplaats en dreef de pelgrims met bajonetten uit elkaar. Een jaar na het begin van de verschijningen werd het bos van Marpingen tot militair spergebied verklaard. 40 Jaar lang (!) werd iedereen vastgezet, die dit betrad, zo zeer benauwd was de liberale Pruisische regering, dat Marpingen "de Werkelijkheid van God en van de hemel" in het bewustzijn van de mensen sterker zou kunnen worden.

Toch gingen de 'verschijningen' vanaf 21 juli gewoon door, zelfs een tijd dagelijks. Op 3 september 1877 nam de "Moeder Gods" afscheid van de drie meisjes van Marpingen met de woorden: "Ik kom terug in een tijd waarin het zwaar is". De Luxemburgse bisschop Johann Theodor Laurent stelde een oppervlakkig onderzoek in en kwam tot de conclusie dat de kinderen geobsedeerd en niet helder van geest waren en dat de verschijningen dus niet echt waren. Toch bezochten 20.000 pelgrims het kleine dorp bij Tholey, niet ver van Saarbrücken. Er werd een kleine kapel gebouwd en de bron werd gekanaliseerd. Heden ten dage is voor de zorg van deze gebedsplaats de Kapellen vereniging (onder leiding van Gottfried Schreiner) verantwoordelijk voor de gang van zaken. Prof. Blackburn (Universiteit van Harvard) nam de moeite om de geschiedenis vast te leggen en schreef in 1993 bevindingen, verklaringen en getuigenverklaringen in zijn boek met de titel "Apparitions of the Virgin Mary in Bismarckian Germany" (Oxford 1993). Hij wees er op dat er helemaal niets was opgetekend.

Een verschijning in 1983:

Op 16 juli 1983 verscheen Maria - naar zijn zeggen - aan een boer die in de Genadekapel aan het bidden was. "Maria" dicteerde hem een boodschap die ook aan de Paus moest worden medegedeeld. "Meer dan 100 jaren van mijn openbaringen zijn voorbij gegaan. Men heeft telkens noch het genadebeeld, noch de boodschappen begrepen. Men heeft mijn boodschappen verdraaid en bespottelijk gemaakt. "U zult zondigen en niet bidden". Ik heb gezegd hoe jullie als ware christenen moeten leven. Ik heb jullie de hel laten zien waar de zondaars en eeuwig verlorenen heen gaan. Ik heb jullie het grootste van alle wonderen getoond. Het zonnewonder was daar en velen waren getuigen. Echter jullie zonden en laster hebben de toorn van God gewekt en de 2e wereldoorlog veroorzaakt. Ook dit is vergeten. Jullie maken grappen over de boodschappen en over hen die bidden en op het water vertrouwen. De koning van deze wereld heeft jullie blind gemaakt voor de geboden van God en de openbaringen die zijn gedaan. Jullie leven is niet meer een christelijk leven. Het leven van het nieuwe heidendom vol onheil en oorlog zal jullie verassen. Voor de toren van Duitsland sta ik huilend, zoals Christus gehuild heeft om Jeruzalem. Hoe vaak heb ik jullie niet door mijn openbaringen gewaarschuwd. De Heilige vader (Paus) zal het laatste Maria dogma van de middelares, medeverlosseres en voorspreekster 40 dagen na het Karmel feest verkondigen." In deze boodschap refereert "Maria" naar Fatima (het zonnewonder en het helle visioen) en naar Amsterdam waar in 1945 de huisvrouw Ida Peerderman van "Maria" de opdracht kreeg om de Paus om het laatste Maria-dogma te vragen.

De "13" Verschijningen van 1999:

In 1999 verscheen "Maria" opnieuw, nu aan drie jonge vrouwen. Deze drie vrouwen hadden, zonder het van elkaar te weten reeds, privé-verschijningen en/of boodschappen van "Maria". Vanaf 17 mei 1999 zouden zij door "Maria" worden samengebracht en 'gezamenlijk' dertien verschijningen en/of boodschappen van "Maria" hebben tot en met 17 oktober 1999, toen de laatste verschijning van die periode plaatsvond. Er zouden dus dertien 'verschijningen' geweest zijn. Pater Dr. Jörg Müller spreekt echter van dertien verschijningsdagen, aangezien er ook dagen zijn waarop de 'verschijning' vaker plaatsvindt en op de laatste dag zelfs ontelbaar. Uitgaande van dertien verschijningsdagen klopt het aantal echter nog steeds niet. Onderzoeker Dr. Müller noemt 8 september wel (onder 6 september), maar vergeet deze en nog een verschijningsdag - 12 september - mee te tellen. 12 september noemt hij helemaal niet. 

De drie vrouwen die deze 'dertien' 'verschijningen en/of boodschappen' kregen, waren:

  • Marion Guttmann, 30 jaar oud, komt uit Neukirchen en is jarenlang in het hotelvak actief geweest. Na de verschijningen heeft ze deze activiteiten opgegeven en is huisvrouw geworden. Marion ziet "Maria" samen met het "kindje Jezus" maar hoort haar niet.
  • Christine Ney, 24 jaar, is getrouwd en komt uit het Franse Weiler. Ze is geboren in Ensdorf. Ze was muzieklerares en wilde een carrière als sopraanzangeres. Ze is op aanraden van "Maria" hiermee opgehouden. Ze is na haar trouwen huisvrouw geworden. Christine ziet "Maria" als het ware door een sluier en hoort haar spreken.

  • Judith Hiber, 35 jaar, is de oudste van de drie zieneressen. Ze komt uit Saarbrücken alwaar ze bij justitie werkzaam is. Ze is ongehuwd en komt standvastig over. Judith ziet Maria niet maar heeft zgn. innerlijke inspraken.

Toeval?

Op 16 mei 1999 vernieuwde de pastoor van Marpingen een gelofte van zijn parochie uit het jaar 1699, welke door de Franse revolutie in vergetelheid was geraakt en waarvan hij enige tijd eerder kennis had genomen. Toen had de parochie beloofd om iedere zaterdag de tijd vanaf het Middagangelus van 12 uur als een zondag te vieren. In een feestelijke processie werd een zogenaamde "Schutzmantelmadonna" vanaf de Mariabron naar de parochiekerk gedragen en daar uitgestald. De dag erop, op 17 mei, verscheen de "Moeder Gods" voor de eerste keer aan één van de drie zieneressen.

De Boodschappen:

Middels de zieneressen vraagt "Maria" om bekering, gebed en boetedoening en waarschuwt Ze voor het naderende onheil dat de mensen over zich afroepen. Ze geeft de zieneressen het volgende gebed, dat moet worden gebeden ten einde de opdracht te doen slagen:

O Jezus, ik heb u zo zeer lief.
Neem mij, neem mij, neem mijn gehele zijn.
Leid mij naar U. O Jezus, Uw kind wil ik zijn.
In vreugde en verdriet laat mij niet alleen.
O Jezus, ik heb U zo zeer lief, neem mijn hart,
opdat ik zal delen in Uw grote smart.
O Jezus, ik heb U zo zeer lief.
Neem alles van mij weg , dat mij hindert op de weg naar U toe.
Amen.

Bijzonder te noemen is dat "Maria" in haar boodschappen de nadruk legt op het geloof in God en Jezus Christus en zichzelf Middelares noemt. "Maria" verschijnt ook op meerdere plaatsen. De kapel, de bron, de kruisweg en het Pater Pio huis zijn o.a. de plaatsen waar zij zich aan de zieneressen toont en Haar boodschappen verkondigt. Hieronder gaan we eerst zien wat de "13" verschijningen en boodschappen zoal inhouden. We laten de zieneressen aan het woord.

17 mei 1999:

  1. Op 17 mei is het alleen Marion die getuige is van de 'verschijning'. Samen met een vriendin, Petra, gaat zij op weg naar Marpingen. Onderweg roept Marion plotseling: "O, wat is dat? Dat is warempel de aartsengel Raphael". En even later: "Daar zijn warempel alle engelen en heiligen en de arme zielen! Je houdt het niet voor mogelijk. Nu is ook nog de Moeder Gods met het kind Jezus erbij". Petra ziet niets en raakt geïrriteerd. "En daar is een lichtend kruis", roept Marion weer. Ze rijden er achteraan en komen bij de kapel in het "Hartelwald". Marion hoort de aanwijzing van de "Moeder Gods" dat ze de kruisweg omhoog moet gaan. En daarboven bij de Drievuldigheidskapel staat "Maria" in een wit kleed en glimlacht. Daarna gaan beide vrouwen terug naar de kapel, waar Marion de eerste boodschap verneemt: "Ik kom als Moeder voor Duitsland". De "Moeder Gods" dankt allen die de kapel zo mooi hebben versierd en zo goed onderhouden en zegt dat Ze haar belofte nu vervult en vaker zal komen. Ze zegt: "Ik wil de triomf van mijn Onbevlekte Hart in Marpingen beginnen". Dan verdwijnt de verschijning. Het lichtende kruis zou haar ook in de volgende maanden begeleiden en leiden. En altijd zien Marion en later ook Christine de begeleidende engelen, een paar heiligen zoals Don Bosco, Edith Stein, de pastoor van Ars, Bernadette Soubirous en de zalige pater Pio.

20 mei 1999:

  1. Marion is in het Pater Pio huis in Marpingen, als "Maria" haar plotseling verschijnt. Door Marion dankt zij van harte degenen die dan in de kapel aan het bidden zijn; ook dankt zij pater Patrizio voor de uitbreiding van de kapel en verzoekt hem aan pater Domenico Labellarte in San Giovanni Rotondo enige wensen van haar door te geven en ook pastoor Gressung daarvan op de hoogte te stellen. Pater Patrizio heeft dit allemaal op schrift gezet.

26 mei 1999:

  1. Met een innerlijke aandrang die het sterkst bij Christine aanwezig is gaan de drie vrouwen Judith, Marion en Christine naar Marpingen. Het grote lichtende kruis gaat hen voor en wordt begeleid door de drie Aartsengelen, door engelen en heiligen. Christine begrijpt, dat ze naar de kapel moeten gaan. Daar zijn veel mensen aanwezig vanwege de Cenakel-bijeenkomst van de Mariale gebedsgroep op de woensdagmiddag. De rozenkrans wordt gebeden. Plotseling verschijnt de "Moeder Gods" met het "Jezuskind". Zij draagt een gouden kroon van sterren op haar hoofd. Het "Jezuskind" is plotseling weg; nu spreidt "Maria" haar handen uit en zegt door Christine: "Mijn kinderen, ik houd van jullie en heb jullie hier vandaag samengebracht. Ik heb jullie beloofd te komen, terug te komen in een zeer moeilijke tijd, en ik houd mijn belofte. Ik ben nu weer hier. Ik bedank nogmaals de mensen die deze kapel zo goed hebben onderhouden en met bloemen versierd tientallen jaren lang. Ik dank voor het gebed. Met dit gebed dat hier al tientallen jaren is gebeden en dat ik heb aangenomen en doorgegeven aan mijn Zoon, werd al veel geholpen in de wereld. Ik vraag jullie nogmaals hier voortdurend de rozenkrans te bidden vooral voor de vrede in de wereld." Door Judith gaat zij verder: "De rozenkrans is het gebed, dat ik al in Fatima van jullie heb verlangd, en het geeft mij veel macht die ik nodig heb om de wereld te redden, om de wereld aan de Vader terug te geven..." Door Christine: "Ik houd van jullie, mijn kinderen, en ik sluit jullie allemaal in mijn Onbevlekt Hart. Bid voortdurend. Bid en doe boete! ... Wees niet bang, ik ben bij jullie! Ik ben jullie Moeder die jullie in mijn armen houd... Ik zal nog vaker komen en ik wens dat men zieken hierheen brengt. Ik heb de bron geschonken om genezing te brengen, lichamelijk maar ook geestelijk jullie de kracht te geven mijn weg te gaan, die vaak een kruisweg is, een weg met doornen." Door Judith: "Als jullie de rozenkrans bidden, kom ik altijd om dit gebed uit jullie mond en uit jullie hart te ontvangen, om het voor de wereld te verzamelen. Daarom vraag ik jullie nogmaals vaak de rozenkrans te bidden, en wel de rozenkrans die ik jullie heb gegeven." Door Christine: "Ik wil geen sensatie. Ik heb beloofd hierheen te komen en dat doe ik nu ook, want de tijd is nabij. Maar ik zou graag willen dat jullie hier in stilte bidden en dat hier de gebedsoefeningen plaatsvinden die ik wens. Maar ik wil wel dat alles in stilte gebeurt: geen sensatie. Alles moet klein zijn en moet deemoedig worden uitgevoerd. Ik zegen jullie, mijn kinderen". Dan heeft ze het "Jezuskind" weer op de arm, dat nu de mensen zegent. En dan is ze verdwenen als een duidelijke bliksemstraal.

1 juni 1999:

  1. Als de zieneressen de kapel verlaten, zien ze de "Moeder Gods" al buiten aan de grot staan of zweven. Ze gaan direct op de knieën. Door Christine zegt "Maria": "Mijn kinderen, ik roep jullie weer op tot gebed. Jullie moeten bidden voor de bekering van de zondaars en voor de vrede in de wereld. Ook wil ik nog zeggen dat jullie uit de bron moeten drinken en dat jullie bij mij de zieken moeten brengen. Ik heb beloofd dat ik genezing naar ziel en lichaam zal geven. En dat zal ik ook doen..." Dan vraagt de "Moeder Gods" de zieneressen om henzelf en de plek waar zij staat, met wijwater te besprenkelen. Er staat niet bij of dit ook is gebeurd en hoe de eventuele reactie is geweest. Door Christine zegt "Maria": "Ik zal terugkomen, zoals ik al bij de eerste keer heb beloofd. Ik zal hier nog heel vaak verschijnen, want ik heb dringende boodschappen te geven. Ik zegen jullie, mijn kinderen." Christine meende van "Maria" begrepen te hebben dat de rozenkransen aan een steen aangestreken moesten worden, aan de verschijningssteen. Na deze verschijning hebben ze allemaal een paar minuten nodig om bij te komen. Nu rijden ze verder naar de bron, maken een omweg om nog iemand op te halen en komen dan bij de Drievuldigheidskapel waar de "Moeder Gods" hen al staat op te wachten, voor het altaar. En ze zegt door Judith: "Mijn kinderen, ik heb jullie hier naar boven geroepen om jullie naar mijn bron te brengen... Deze bron heb ik geschonken om de zieken beter te maken ... Ik ben gekomen in deze moeilijke tijd om de zieken weer te genezen naar lichaam en ziel, want de nood van mensen is zo onuitsprekelijk groot." Door Christine zegt ze verder: "Wees niet bang, dit is mijn bron en deze zal niet opdrogen. Er zal water genoeg zijn. Jullie hoeven niet bang te zijn dat er te weinig water is. Er zal water genoeg zijn". "Maria" zegt door Judith: "Jullie, mijn kinderen, moeten heel bijzonder bidden voor de zieken. Op de eerste plaats opdat de engelbewaarders hen naar hier brengen, en op de tweede plaats, opdat ze weer beginnen van harte te bidden, en met God te spreken, Hem lief te hebben en Hem te dienen. Dit beeld van de Drievuldigheid heeft hierboven zijn betekenis. Niet ik moet verheerlijkt worden, maar de Vader, de Zoon en de heilige Geest". Dan verschijnt boven "Maria" een lichtend kruis met de duif in het midden. Nadat zij hen de zegen heeft gegeven, verdwijnt ze weer met een felle bliksemstraal.

7 juni 1999:

  1. Tegen 18.00 uur vindt de "verschijning" plaats. Ze staat links van het standbeeld en wil het Salve Regina horen. Alle mensen zingen het lied. "Maria" met het kind op haar arm zegt tegen Christine: "Ik roep jullie weer op tot gebed ... Doe boete en bid. Mijn kinderen, ik zeg jullie nogmaals, ik wil de zieken graag genezen naar lichaam en ziel ... Ik houd van jullie en mijn Zoon Jezus houdt ook van jullie. Met mij samen dankt Hij jullie voor jullie gebed, voor jullie offers en voor jullie goede wil ... Wees niet bang, mijn kinderen". Dan vraagt de "Moeder Gods" aan de pelgrims om de rozenkransen omhoog te houden, opdat zij ze zegent. Daarna bidden de pelgrims een tientje van de rozenkrans. Ondertussen blijft de "Moeder Gods" aanwezig en verdwijnt dan weer met een lichtende bliksemflits.

13 juni 1999:

  1. Tijdens de verschijningen werden de uitspraken van de zieneressen met een bandrecorder opgenomen. Op 13 juni 1999 zou "Maria" de zieneressen gezegd hebben: "Ik wil met de triomf van mijn Onbevlekt Hart in Marpingen beginnen. Bidt de rozenkrans voor de bekering van de zondaars en voor vrede in de wereld. De rozenkrans is het belangrijkste wapen tegen de duivel. Ik heb de gebeden nodig en breng ze direct naar mijn Zoon. Ik neem de gebeden dankbaar aan; de rozenkrans moet zo worden gebeden, zoals ik het jullie heb geleerd. Als eerste komt het gebed; dat is het allerbelangrijkste. Jullie moeten nu geen wonderen verwachten. Ik heb mijn kinderen, die momenteel hier zijn, hier naar toe geleid; ik houd veel van hen. Ik sluit iedereen op in mijn Onbevlekt Hart, vooral de aanwezige priesters." Zij bedankt zich voor de gebeden, die worden verricht op die dag, op andere dagen, thuis en in de parochies. Alle gebeden brengt zij voor Gods troon. Zij zal voor iedereen, die op deze dag in Marpingen aanwezig is, om genade en barmhartigheid vragen. Zij zal iedereen met heel veel genade van hier laten vertrekken, opdat men in eigen parochie naar haar plan kan werken, want de triomf van haar Onbevlekt Hart staat op het punt om te worden verwezenlijkt. En het is haar wens, dat iedereen, die op deze dag hier is, haar zal helpen om het triomfplan van haar Onbevlekt Hart op het goede spoor te zetten en daarmede met de verwezenlijking te helpen. Met de gebeden die zij hier in ontvangst mag nemen, kan zij genade en bekeringen verdelen. Tot de priesters zegt ze dat het voor haar een grote vreugde is, dat zij aanwezig zijn en dat zij haar oproep hebben gevolgd. Zij belooft hen, dat ze altijd bij hen is en hun kracht geeft voor hetgeen dat zij doen, omdat zij in Zijn dienst staan en omdat zij weet dat dit zeer moeilijk is. Zij is altijd bij de priesters en sluit hen allemaal in haar Onbevlekt Hart. Zij heeft ervoor gebeden, dat alle priesters trouw aan de paus zijn, ze moeten hem met hun hele hart liefhebben en ze moeten alles doen wat hij zegt. De priesters moeten de liefde voor de paus, die ze in hun hart dragen, aan hun gelovigen doen overvloeien, zodat ook zij de paus van ganser harte liefhebben. Ze roept de priesters op, in hun eigen parochies of daar waar ze leven, standvastig de rozenkrans te bidden en zich door niets hiervan af te laten brengen. Tot de zieken zegt ze dat ze graag zou willen dat men de bron gebruikt; de zieken moeten ook weer beginnen te bidden. Deze 'verschijning' wenst dat zieken naar Marpingen worden gebracht. Ze is de moeder van iedereen, de echte moeder. Ze wiegt elk kind in haar armen. Ze kent alle angsten en noden van haar kinderen. Ze is moeder in eerste lijn. Ze zegt ook: "Bid voor de bisschop. Wees niet bang, ook al lijkt het uitzichtloos... Ik zal jullie helpen". Voordat de "Moeder Gods" vertrok, heeft ze gezegd: "Ik houd van jullie, mijn kinderen." Tijdens deze verschijning heeft een kritische aanwezige (R.S.) een bedompte schimmellucht geroken.

20 juni 1999:

  1. Volgens Christine, die de "Moeder Gods" ziet en hoort, zei zij op 20 juni 1999 het volgende: "Ik ben de moeder van jullie Heer, die voor de goddelijke Troon knielt en die de voorspraak is voor al mijn kinderen van de wereld ... Ik ben blij dat iedereen mijn oproep heeft opgevolgd en nu hier aanwezig is. Ik houd van al mijn kinderen en draag hun in mijn hart. Ik ben vandaag naar Marpingen gekomen om jullie te leren weer naar de geboden van God te gaan leven." Dit heeft Ze vaker herhaald. Tot slot heeft Zij gebeden: "Blijf in de liefde van God en leef naar zijn geboden en leer de heilige sacramenten weer te waarderen." Judith hoort de "Moeder Gods" vooral spreken over het sacrament van de barmhartigheid van God, dus over de heilige Biecht. Zij zou graag willen dat de mensen weer terugkeren naar dit sacrament, omdat dit het grootste geschenk van de barmhartigheid van God is. Zij heeft vandaag haar smart uitgesproken, dat de mensen dit geschenk van de barmhartigheid van God niet meer aannemen. Zij zei dat de doornen, die om Haar zijn gelegd, vaster in haar hart worden gedrukt, omdat de mensen zich niet meer tot het sacrament van de biecht voelen aangetrokken. Ze sprak met een grote droefheid en zei: "O kinderen als jullie eens wisten hoe groot de pijn is, die jullie door het niet aannemen van het geschenk van de barmhartigheid van God, Mijn Hart en het Hart van de Heer aandoen! Zijn liefde is zo onmetelijk groot en Hij wacht erop, dat de mensen dit geschenk, dat Jezus aan het kruis verdiend heeft, weer dienovereenkomstig gebruiken, want de genaden daarin staan klaar, echter de wereld neemt ze niet aan." Volgens Christine heeft de verschijning meerdere keren erop gewezen, dat alles, wat hier gebeurt en nog gaat gebeuren, in gehoorzaamheid (tegenover de kerk) zal geschieden. Ze zei dat wij niet de doornen in Haar hart moesten drukken, maar ze eruit moesten trekken. ...

    Volgens Marion Guttmann is de verschijning geheel gekleed in het wit, ook de sluier is wit van kleur. Ze spreekt zoals wij met elkaar spreken, eenvoudig en natuurlijk zonder enige bijzonderheid. Ze buigt haar hoofd als ware ze verdrietig. Een aantal keren was het kindje Jezus bij haar. Het kindje ziet er uit als een gewoon klein kind van nog geen jaar oud. Het straalt en kijkt de wereld in en zegent. Menigmaal werd "Maria", volgens de zieneressen, vergezeld door Engelen, Heiligen en meerdere kleine kinderen. De kinderen waren rondom Maria maar ook tussen de aanwezige mensen. Deze kinderen zijn de geaborteerde kinderen die door mensen niet zijn gewild, en ook de miskramen. Volgens de zieneressen spelen deze kinderen in de hemelse tuinen en versieren zij de hemelse tuinen. Christine: "En boven de Moeder Gods zweefde een zeer grote duif, ze was groot en geheel wit, en rond deze duif en uit de duif en onder de duif, daar waren alleen maar bloemen, heel veel rode en gele bloemen. Deze duif is een keer boven de mensen gaan zweven, en blaadjes van de bloemen zijn op de mensen neer geregend, en enkele - het spijt me, dat ik het alleen zo kan beschrijven, zijn in de mensen binnen gegaan. Ik denk, dat dit de Heilige Geest en genade was... Dan keerde de duif weer terug en zweefde de hele tijd boven de Moeder Gods, ook gedurende de tijd dat er over het sacrament van de biecht werd gesproken." Marion: "Deze duif, volgens mij was ze doorschijnend en heeft naar beneden in de mensenmenigte stralen uitgezonden, overal heen stralen, zo doorschijnend, totaal lichtgevende heldere stralen, echter aangenaam en heel mooi uitziend. De Moeder Gods had, toen Ze deze treurige boodschap had gegeven, een doornenkroon op, en die heeft zich tijdens het gebed weer veranderd in de sterrenkroon, en helemaal in het begin, toen ze kwam, heeft ze helemaal niet gesproken, maar heeft ze gewoon met ons gebeden en heeft mij ondertussen gezegd, dat ik het zelfde moest doen, wat Zij deed, dus buigen, kruistekens maken, zoals Zij dat doet en toen ik de vele kinderen zag met het kindje Jezus dat zei: 'laat de kinderen tot mij komen en houdt ze hiervan niet tegen'. Men moet het hemelrijk aannemen als een kind, dan is alles heel eenvoudig, en kan men alles, het evangelie, alles heel gemakkelijk begrijpen. Men kan niet in de hemel komen, als men het niet aanneemt als een kind." Volgens Christine heeft "Maria" op 20 juni 1999 voor de 3e zondag van juli weer een verschijning aangekondigd en gevraagd om van te voren naar de H. Mis te gaan, omdat zij graag zou willen dat men eerst naar haar Zoon zou gaan, om zich vervolgens biddend voor te bereiden op haar komst. Volgens Christine is de verschijning nog eens gekomen, om de mensen in hun harten te sterken. Zij wil graag dat iedereen gesterkt naar huis gaat en de liefde doorgeeft aan de mensen, die er niet bij waren. Verder zegt zij, dat zij alle gebeden, die hier vandaag werden gebeden, naar haar Zoon heeft gebracht en nog zal brengen en dat ze ook aan die mensen denkt, die men in zijn/haar hart heeft meegebracht.

18 juli 1999:

  1. Op zondag 18 juli 1999 vindt de volgende verschijning plaats. Om de bron zijn overal mooie bloemen, wit en beeldschoon. Boven de glimlachende "Moeder Gods" is in een witte duif een rood hart. Ook zijn er engelen te zien. Alles is stralend en beeldschoon. Vanuit de duif gaan er stralen omlaag naar de "Moeder Gods" en ze stralen door haar heen. Zij kijkt naar het Jezuskind. Zij glimlacht de hele tijd naar alle aanwezigen. Ze houdt haar handen omhoog, die zij boven de mensen houdt. Zij draagt een grote mantel. Er gaan stralen van haar hand overal heen in de hele omgeving en in alle richtingen, en dit gebeurt ook vanuit de geopende hand van het Jezuskind. Alles is doorschijnend en driedimensionaal te zien. Volgens Christine zegt zij: "Mijn kinderen, Ik ben zeer blij, dat jullie naar hier zijn gekomen en aan mijn oproep gevolg hebben gegeven. Ik houd veel van jullie en Ik draag jullie in mijn Onbevlekt Hart. Ik dank jullie voor jullie bereidheid en jullie gebeden, die Ik direct naar mijn Zoon breng. Elk gebed neem Ik dankbaar aan en Ik vraag jullie weer voortdurend in jullie hart te bidden, bij jullie werk en bezigheden. Denk altijd aan Ons en bid. Jullie gebeden en de liefde, waarmee jullie de gebeden verrichten, zijn balsem voor Onze harten." Volgens Judith zegt "Maria": "Ik kom vandaag, hierboven aan de bron, om jullie eraan te herinneren dat deze bron al voor meer dan honderd jaar door God werd geschonken om de zieken te genezen. Drink dit water en bid!! Heb vertrouwen in Mij en Mijn Zoon, want wij zullen jullie helpen!!" ... Volgens Christine zegt "Maria": "...Laat je niet onzeker of verward maken! Ik houd van jullie, mijn kinderen. Ik ben ook gekomen, om deze bron, deze bron van genaden en het hele gebied opnieuw in te zegenen. Zoals ik ben gekomen, terug ben gekomen naar deze plaats, deze plaats opnieuw tot leven heb gebracht, zo wil ik ook deze bron inzegenen." Marion ziet de "Moeder Gods", staande aan de bron, glimlachend de beide waterkranen aanraken en ook het water, dat (op 18 juli) nog van onder links eruit loopt. De duif laat weer bloemen vallen. Het Jezuskind zegent en maakt kruistekens, ook aan de bron. ...In het begin was 'Jezus' als kind aanwezig. Maar toen de "Moeder Gods" had gesproken, stond Jezus als een volwassen man achter haar en legde zijn handen op Haar beide schouders.

    De "Moeder Gods" beweegt de lippen, zij glimlacht en zegt - volgens Christine: "Mijn kinderen. Ik ben hier vandaag gekomen, om, zoals ik het reeds heb gedaan, de bron opnieuw in te zegenen, en in te wijden met mijn Zoon. Dat heb ik zo-even gedaan. Ik verzoek jullie, deze bron met mate te gebruiken. Al het water, dat daar nu vloeit is nu genadewater en kan door jullie worden gedronken... Zoals ik heb beloofd, zal dit water geestelijke en lichamelijke genezing teweegbrengen bij die personen, waarbij God de Vader dat wenst." Na een korte stilte zegt "Maria" volgens Judith: "...'Open jullie harten! Draag jullie kruis! Houd van het kruis! Bid! Doe boete! En red met Mij de wereld voor de Vader, die in de hemel op deze zielen - en daarmee op de wereld - wacht! ... Ik houd van jullie, mijn kinderen en ben elk ogenblik om jullie, naast jullie, Ik leid jullie, Ik draag jullie in Mijn Onbevlekt Hart en dit Onbevlekt Hart is jullie toevluchtsoord. In Mijn hart voelen jullie de troost, voelen jullie de liefde van God, voelen jullie het verlangen van God naar de redding van de wereld. Verberg jullie in Mijn Onbevlekt Hart door de toewijding aan Mijn Onbevlekt Hart en beleef deze toewijding op elk ogenblik van de dag! Alles in jullie leven past in Gods plan. Alles is voor jullie redding en voor de weg naar de hemel bestemd. Vertrouw op Mij, mijn kinderen! Ik ben altijd bij jullie en Ik houd oneindig veel van jullie." Aan Christine geeft de "Moeder Gods" dag en tijdstip van de volgende verschijning door: 8 augustus op de late voormiddag. De 'Moeder Gods en het Jezuskind' willen nog eens, dat de plaats wordt gezegend, waar ze nu staat met het Jezuskind. Telkens, als de priester met wijwater zegent, zegent het "Jezuskind" mee en de "Moeder Gods" buigt zich dan. Ze vindt het fijn als er vooral jonge mensen komen. Maar diegenen die niet kunnen komen, die sluit ze op dezelfde manier in. "Uit dank voor onze gebeden wil Ze al onze rozenkransen zegenen, die wij bij ons hebben", aldus Christine, die vervolgens toevoegt dat de "Moeder Gods" heel blij is met de vele aanwezige priesters. Volgens Marion heeft "Maria" iedereen zelf geroepen die vandaag hier is. Iedereen. Ook als men dit door welke omstandigheid dan ook niet weet. En de "Moeder Gods" is er altijd, ook als ze voor ons onzichtbaar is en ons niet verschijnt, en dan neemt zij hier al onze gebeden in ontvangst, zo verzekeren ons Marion en Christine.

8 augustus 1999:

  1. Op 8 augustus 1999 zou de verschijning slechts een korte boodschap gehad hebben. De zieneressen zouden geen angst hoeven te hebben. Ze werden gevraagd te bidden voor de paus, want dit was háár paus. Aan de aanwezige priesters werd - via Christine - door de "Moeder Gods" gevraagd om de grot naast de kapel te zegenen, hetgeen een van hen deed. Daarna moesten de priesters en andere pelgrims hun rozenkrans boven zich houden, want zij, de "Moeder Gods", zou deze dan zegenen.

21 augustus 1999:

  1. +
  2. Volgens Müller nr. 10 Op deze dag zou de "Moeder Gods" twee keer verschenen zijn: om 20.00 uur in de kapel en om 20.58 uur aan de grot naast de kapel. In de eerste verschijning zou zij gewezen hebben op de Eucharistie: "Ga naar Hem toe en aanbid Hem. Hij houdt zoveel van jullie en wacht erop dat jullie komen. Zijn hart is bedroefd. Jullie kunnen Hem vreugde schenken, als je hieraan gehoor geeft. Hij heeft zich uit liefde tot jullie in het tabernakel opgesloten. Hij is zo klein geworden, dat Hij bij jullie kan intrekken, maar Hij wenst van jullie een zuiver hart, een hart dat Hem liefheeft en naar Hem uitziet... Als je eens wist hoe Hij eraan lijdt dat zijn liefde in dit sacrament van de heilige Eucharistie zo wordt versmaad... De kerken zijn leeg en Hij is eenzaam... Hij wacht op jullie elk ogenblik van de dag. Hoe weinig denken jullie aan Hem! Hij denkt elk ogenblik aan jullie. Bezoek Hem in de kerk, laat Hem niet alleen. Ik geef jullie vandaag een gebed waarmee je het hart van Jezus vreugde kunt geven: O Jezus, ik hou zoveel van U, neem mij aan, mijn hele zijn, leid mij tot U. O Jezus, uw Kind zou ik graag zijn in vreugde en in leed, laat mij nooit alleen. O Jezus, ik hou zoveel van U. Neem mijn hart, want ik zou graag delen uw grote smart. O Jezus, ik hou zoveel van U. Neem alles van mij weg, wat mij hindert op mijn weg naar U. Amen. Dat is het eerste deel van mijn boodschap voor vandaag. Ik wil dat jullie nu voor het kruis van Jezus gaan bidden. Ik zal nog een keer komen." In de tweede verschijning maakt de "Moeder Gods" de volgende dagen bekend waarop zij zal verschijnen: op 5 september in de late namiddag en op 6 september op de late avond. Voordat zij er is, is de duif er weer met de bloemblaadjes. Ze drukt haar kinderen op het hart hun naasten lief te hebben en weer te leren vergeven en de trots te overwinnen, want de trots is de oorzaak van elke zonde. De haat is het teken van de duivel. De liefde is het teken van God. Tenslotte zegt zij: "Val de godgewijden niet aan. Bid voor hen, maar val hen niet aan. Jullie moeten voor hen bidden en hen jullie liefde schenken".

5 september 1999:

  1. Volgens Müller nr. 11 "...Mijn kinderen, ik kom vandaag om van jullie die hier bent, en van al mijn kinderen in Duitsland Duitsland te vorderen. Jullie moeten bidden en boete doen en jullie moeten samen met mij Duitsland voor de hemel terugwinnen. Duitsland is zo ver van God verwijderd. Er worden overdag zovele zonden gedaan. De zondenvloed die alleen van Duitsland naar de hemel opstijgt, zou al volstaan om de gerechtigheid van God te laten geschieden. Mijn kinderen, ik kom om jullie te vragen om mij te helpen. Jullie kunnen niet begrijpen en ik geloof ook dat jullie het niet kunnen vermoeden, hoe groot mijn smart is, te moeten zien, hoe de duivel in Duitsland zijn spel wint, omdat de mensen naar hem luisteren. Jullie mogen niet op hem vertrouwen! Jullie zijn door God geschapen voor de hemel en ik verwacht van jullie dat je mij helpt Duitsland voor de hemel terug te winnen ... De duivel is zo sterk, maar op het einde zal mijn Onbevlekt Hart triomferen. Wees niet bang, mijn kinderen, het verloopt allemaal volgens het plan van God ... Ik spreid mijn mantel uit en wil jullie bij mij nemen en naar mijn goddelijke Zoon brengen. Kom toch bij mij! Hij is jullie heil. Ik smeek jullie vandaag! Ik bid niet, nee, ik smeek, zoals ik het al eerder heb gedaan. Kom tot mij, opdat ik jullie naar mijn Zoon kan brengen. Hij houdt zoveel van jullie en wacht op jullie terugkeer".

6 september 1999:

  1. Volgens Müller nr. 12 Het waren vele 'boodschappen' die de drie zieneressen op deze dag kregen. Het duurde ongeveer 35 minuten. Aan wie welke boodschap werd gegeven, was naderhand niet meer na te trekken. 'Jezus', de "Moeder Gods" en 'pater Pio' zijn degenen die verschijnen alsook vele engelen. "Maria" drukt de zieneressen op het hart om haar woorden en boodschappen te verinnerlijken, want elk woord is een genade. 'Jezus' zegt: "Ja, het is waar dat Ik mijn moeder naar jullie heb toegestuurd. Voorwaar, Ik zeg jullie, luister naar Mijn moeder. Alleen door haar Onbevlekte hart kom je tot Mij. Ik wil dat jullie uit liefde naar Mij toekomen, niet uit angst. Heb geen angst. Er komt geen Derde Wereldoorlog. Geen holocaust. Mijn Vader, Ik en de heilige Geest hebben de wereld zo mooi gemaakt. We zullen haar niet verwoesten". 'Jezus' legt heel sterk de nadruk op zijn liefde en barmhartigheid. Het woord liefde wordt wel erg vaak gebruikt. Volgens 'Jezus' is er geen onvergeeflijke zonde. Zijn oproep geldt Duitsland en de hele wereld. 'Jezus' zou gezegd hebben: "De tien geboden hoor Ik wel eens, ze zijn de instemming van het heelal". Ten slotte zou "Maria" gezegd hebben, dat zij op 17 oktober voor de laatste keer zou verschijnen en wel verschillende keren op die dag, van 's morgens tot 's avonds. De hele dag zou men moeten bidden en zich voorbereiden. "Maria" zegt ook vaker woorden die de zieneressen niet kunnen horen. De "Moeder Gods" is heel lief, een beetje vrolijk. 'Pater Pio' is zelfs heel vrolijk. De rijen pelgrims lachen blij en hebben in stilte plezier. Ook 'Jezus' is heel vrolijk, goed gestemd, vol vreugde, onheilspellende vreugde, angstwekkend mooi. Deze woorden vinden we weerspiegeld in de gevoelens van de zieneressen, die zeer verward zijn. Van een duif die verschijnt zouden stralen uitgaan die zouden draaien als de zon. En er zou een Hostie zichtbaar zijn, omgeven door zonnestralen, en midden in de Hostie de duif. De "Moeder Gods" schijnt ook dan weer eens te verschijnen en dan weer eens te verdwijnen, volledig willekeurig en zonder enige aanwijsbare zin.

8 september 1999:

  1. Volgens Müller nr. 12 Door Christine: "Mijn kind, het is waar, er zal een geen Derde Wereldoorlog komen. God houdt teveel van zijn kinderen. Maar Hij kan er niet langs een strafgericht te houden, dat wil zeggen dat er eerst dingen gaan gebeuren om de ziel terug bij God te brengen. Maar Hij doet het uit liefde ... Wees niet bang. Natuurlijk moest ik in Fatima dreigen met de straf van God, want anders worden jullie toch niet wakker. Maar door het gebed wordt de straf veel minder, uitgesteld en opgeheven. Wees daarom niet bang. God wil niet jullie ondergang. Zijn liefde voor jullie is te groot. (De volgende woorden sprak ze langzaam en met nadruk:) Maar Hij zal er alles aan doen dat jullie niet verloren gaan. Ik zegen jou, mijn kind." 

12 september 1999:

  1. Voor Müller onbekend "Het lijden van mijn Zoon herhaalt zich. Met elke mens die zich van mijn Zoon afkeert, wordt mijn smart groter. Troost mij, mijn kinderen, trek de doornen uit mijn hart die de wereld er vandaag zo vast indrukt. Neem ze eruit door jullie liefde tot mijn goddelijke Zoon en ook tot mij. Ik houd zo oneindig veel van jullie. Ook Jezus houdt van jullie. Hij ziet naar jullie met zijn minnend aangezicht. Hij wacht op jullie, dat je Hem troost. Hij wacht er ook op, dat je mij troost, want onze harten dragen dezelfde smart, de pijn van de eenzaamheid, de pijn van de droefheid".

17 oktober 1999:

  1. +
  2. Volgens Müller nr. 13. Christine heeft 16 en 17 oktober een kruis gezien, vanwaar overal bloed naar beneden vloeide, maar op een paar plaatsen waren rozenranken en bloesem en bladeren en op die plaatsen was het kruis als gezond gemaakt. Tevoren was 'Jezus' er ook even en met de rode mantel en met de handen uitgespreid heeft hij staande achter het altaar gezegd dat men niet bang hoefde te zijn, omdat hij bij hen was. Op de vroege morgen van 17 oktober vond de 'verschijning' plaats in de genadekapel in het 'Hartelwald'. Daar zag Marion de "Moeder Gods" eventjes. Ook Christine zag haar daar eventjes. En toen moesten ze naar de parochiekerk in de Rheinstrasse, alwaar de verschijning verder ging en de rozenkrans met hen bad. De "Moeder Gods" zei o.a.: "Laat je niet in de war brengen, laat je niet op een dwaalspoor zetten. Gehoorzaam de paus, leef naar de geboden van God en de geboden van de Kerk... Leef de liefde die ik in jullie hart uitstort, opdat de mensen jullie liefde zien. Want alleen als de liefde wordt beoefend en de geboden worden nageleefd, kunnen jullie vandaag deze verharde harten nog bereiken. Woorden komen er niet meer doorheen". En 'Jezus' zei door Judith: "Mijn kibrer mijn Moeder naar de parochiekerk heb gestuurd, kom Ik zelf naar jullie toe. Ik heb jullie al gezegd dat mijn hart naar jullie liefde verlangt. Ik zou graag jullie Koning zijn, jullie Koning van de Liefde en van de Barmhartigheid, en dat jullie Mij in eerbied liefhebben en Mij in eerbied ontvangen ... Mijn Hart is het teken van de Liefde dat Ik al geopenbaard heb door mijn bruid Maria Margaretha Alacoque. De verering van mijn hart is een weg naar Mij. Een verdere weg is de verering van het Onbevlekte Hart van mijn Moeder, hetgeen echter niet voorbijgaat aan mijn Hart, want mijn Moeder leidt alle mensen naar Mij toe"... De duivel slaapt niet en hij doet er alles voor om vele zielen in het verderf te storten. Mijn Moeder heeft het jullie ook al in Fatima gezegd, dat vele zielen in de hel komen, omdat niemand voor ze bidt. Bid daarom tot haar en help mijn Moeder en Mij, zodat alle mensen terugkeren tot hetgeen waarvoor zij geschapen zijn, voor de eeuwige aanbidding van God in de hemel". En 'Jezus' zei door Marion: "Ik heb door zo vele mensen gesproken, neem mijn verzoeken alsjeblieft serieus. Lourdes, Fatima zie Ik nu, als zou Ik terugkeren. Het zijn er maar twee die ik noem: Ik heb mijn Moeder gestuurd. Nu kom Ik zelf, zoals Ik ook op andere plaatsen zelf ben gekomen en kom".

    De "Moeder Gods" zei door Christine: "Ik heb mijn zending hier in Marpingen beeindigd. Toch zal ik vandaag nog een keer komen. Ik laat jullie echter niet alleen. Ik ben altijd aanwezig, ik ben er altijd in Marpingen en ook merkbaar voor bepaalde mensen. Ik ben er altijd, ik zal niet vertrekken. En ik wacht elke dag, dat jullie naar mij toekomen. In een latere tijd, als mijn Onbevlekte Hart heeft getriomfeerd, dan zullen vele mensen mij weer in Marpingen zien. Dan zal ik ook weer tot mijn kinderen spreken. Maar dat is in een latere tijd. Dan zullen alle harten geopend zijn en kan iedereen mij horen ... ik geef echter geen datum, want het is alleen aan de Almachtige om dat te weten" De "Moeder Gods" heeft de zieneressen hierna naar een wegkruis geleid en zei tegen Christine: "En nu zou ik jullie willen zeggen, waarom ik jullie hierheen heb geleid. Beschouwt het kruis! Hoevele kruisen hebben jullie onderweg gezien? Heb je bij een van die kruisen iemand zien bidden? Hebben jullie iemand gezien die kort stil hield en tot mijn Zoon heeft gebeden? Nee. Ze laten Hem alleen. Ze laten Hem helemaal alleen. Ze zien de kruisen nog niet eens. Kun je nu begrijpen hoe belangrijk jullie gebed is, opdat de harten zich openen. Beschouw het kruis, mijn kinderen. Ik spreek nu verder door Judith."... Christine vernam van de "Moeder Gods" dat het nu - na het gezamenlijk bidden van haar gebed voor het kruis - tijd was om uit te rusten voor de laatste verschijning, want die zou hun veel kracht kosten. Deze verschijning vond in de namiddag plaats aan de kapel in het 'Hartelwald'. Door Christine zei de "Moeder Gods": "Mijn kinderen, ik ben zo blij en mijn goddelijke Zoon ook. Jullie maken onze harten blij met jullie gebed. Bid en wees blij, dat de Heer zich aan jullie heeft geopenbaard. Ik zou willen dat jullie blij naar huis gaan. Jullie harten moeten vol vreugde zijn. En deze vreugde ... geef ze door aan allen die jullie ontmoeten. Reik ieder de hand en geef jullie vreugde door en de liefde die jullie in je hart dragen. Verkondig overal op de hele wereld, dat ik, jullie hemelse moeder, altijd bij jullie ben en jullie nooit verlaat en dat ik mijn belofte houd. Verkondig aan alle volkeren, dat God van jullie houdt, met alle zwakheden en fouten. Hij houdt van jullie ... Verkondigt het in de hele wereld: Wij houden van jullie". Weer kwam de duif, wonderschoon, en vele engelen, alles vol vreugde en liefde, en de "Moeder Gods" en 'Jezus' en een aantal heiligen, van wie er een aantal niet werd herkend. En alles was wonderschoon. En toen was de "Moeder Gods" opeens weg.

    Volgens Marion had de "Moeder Gods" even een pauze en zou ze nog meer zeggen en was ze nog niet weg. Marion zei: "Het was voor ons ook zo zwaar, die extase. En het gaat nog verder, maar ik weet niet wanneer". En Christine antwoordde haar: "Het gaat zo meteen verder, maar ze moet nu een kleine pauze voor ons maken, want het was zo mooi"... (iets later) ... "Er is een ongelooflijke vreugde in de hemel". Weer een tijdje later hoorde Judith: "Mijn kinderen! Met deze beelden die Marion en Christine hebben beschreven, zou ik jullie een kijkje willen geven, hoe wonderschoon het in de hemel is. Door Marion heb ik al gezegd, dat men geen angst hoeft te hebben voor de dood. De dood is maar een overgang, een erover heen gaan, een gaan door een voorhangsel, om in het eeuwige leven, in de eeuwige gelukzaligheid bij ons te komen. Mijn kinderen! Beleef datgene wat ik jullie hier heb gezegd! Leef ernaar, verwezenlijk het in je leven en help alle mensen die naast jullie gaan, dat zij dezelfde weg gaan. Haal ze daar af, waar ze staan. Veroordeel niemand! Alle mensen worden door God bemind en zo moeten jullie ook van alle mensen houden ... Er is een hemel en er is een hel, alleen de beslissing waar iedereen eens in eeuwigheid zal zijn, neemt elke mens zelf. God verdoemt niemand. Dat doet de mens zelf, doordat hij niet van God houdt ... Wees niet bang. Ik ben altijd bij jullie, want Jezus heeft mij onder het kruis aan jullie tot moeder gegeven. Wat moeder zijn wil zeggen, zullen jullie ervaren, als jullie mijn hand nemen en je door mij laat leiden. Mijn Zoon en ook ik, wij houden veel van jullie. Vergeet dat alsjeblieft nooit in al je ellende. Altijd daaraan denken. Wij houden veel van jullie." Christine: "Dat waren haar laatste woorden". Marion: "Ze heeft zich nog kort laten zien en heeft mij gewenkt om ons Adieu te zeggen ... kort; kruis en duif en driehoeksymbool zien we ook nog een keer, maar heel kort. En de aartsengel Raphael ... niets meer ... niets".

Ervaringen van Pelgrims:

Diverse mensen hebben bijzondere ervaringen opgedaan ten tijde van de verschijningen. Hieronder zijn een aantal van deze ervaringen opgetekend:

  • 13 juni 1999: "gedurende de verschijning rook ik een wonderschone bloemengeur. Toen mijn man en ik later bij een bekende een faxbericht over Marpingen lazen, rook ik diezelfde bloemengeur wederom" (G.K. Braunschweig);

  • "Ik bevestig dat ik op 30 augustus, toen ik water haalde uit de bron bij de verschijningsplaats, een zeer sterke rozengeur waarnam" (C.H. Diersbach);

  • "Ik was op zondagavond 21 augustus in het Hartelwald. Een kwartier voor zonsondergang kon ik vanaf mijn plek op een weide de zon goed zien. Deze draaide en scheen langzaam op mij af te komen. De zon had een 5 tot 10 cm brede roze/violet kleurige rand" (A.M.G);

  •  "Op 13 juni was ik, toevallig, in Marpingen. Gedurende de verschijning zag ik, tot mijn verbazing, een groot lichttapijt naar beneden dalen. Het was wit gekleurd en met edelstenen versierd. Het lichttapijt ging later weer naar boven en verdween" (I.S. Esch);

  • "Toen de verschijning plaatsvond, hoorde ik zachte muziek die op een wonderbare en ongelooflijk schone wijze op een instrument werd gespeeld. De muziek hoorde ik gedurende de verschijning en deze verdween zodra de verschijning voorbij was" (G.M.P. Walpershofen);

  • "Op het moment dat de Moeder Gods verscheen, hoorde ik een sterk ruizen van wind door de bomen. Er bewoog echter geen blad aan de bomen. Het geluid klonk als een opkomende sterke wind voorafgaand aan een onweersbui" (G.F. Puttlingen).

Onderzoek door Dr. Jörg Müller:

Pater Dr. Jörg Müller (Freising bij München), psychotherapeut en schrijver, sinds het begin van de verschijningen ter plekke, heeft als eerste dit fenomeen wetenschappelijk onderzocht. Hij deed onderzoek ter plaatse, verzamelde getuigenissen en onderwierp de vrouwen aan verschillende testen. Uit zijn onderzoek concludeert hij dat de verschijningen authentiek zijn. Van zichzelf zegt hij dat hij heel nuchter is en het fenomeen zakelijk en kritisch heeft bestudeerd: de boodschappen, het leven en de psyche van de zieneressen, de sociale omgeving en de goede vruchten. De zieneressen heeft hij onderzocht op neurose en psychose, op geraffineerdheid, toneelspelen en winstbejag, op evenwichtigheid en intelligentie. Tijdens de verschijning werden hun reacties getest: de pupillen werden getest door hun een blad papier voor de ogen te houden, ze werden in hun lichaam geprikt, hun polsslag werd gemeten enz. Twee zieneressen, Christine en Marion, hebben extatische momenten. Ze reageren dan niet meer op een uitwendige prikkel. Als met een licht in de ogen wordt geschenen, trekt de pupil zich gewoonlijk samen. Maar hier is daar helemaal niets van te zien. Pas na de verschijning zien we bij hen dan irritatie. Men kan dit niet zomaar in scène zetten. Dan nog kan er sprake zijn van een subjectieve misleiding, van suggesties onder hypnose en van duivels bedrog.

Dr. Müller heeft in zijn onderzoek niets kunnen vinden wat ook maar enigszins in deze richting wees. De onderzoekscommissie van de bisschop van Trier is het onderzoek begonnen op 14 september 1999. Maar Dr. Müller vond het belangrijk om zo snel mogelijk met een eigen onderzoek te beginnen teneinde alles in detail te kunnen vastleggen op geluidsband en op film. Het grootste deel van zijn onderzoek deed hij samen een arts. Hij verzamelt ook berichten van genezingen en getuigenissen over merkwaardige fenomenen van licht en rozengeur. Betreffende de 'boodschappen' zegt Dr. Müller dat velen deze banaal en naïef vinden. Maar, zo zegt hij, "in deze boodschappen staat niets tegen de leer van de Kerk of tegen de Bijbel en deze teksten komen overeen met hetgeen in Fatima, Lourdes, Medjugorje en Schio reeds werd gezegd". Volgens Müller moet men ook niet vergeten dat Maria eenvoudige mensen aanspreekt en dat niemand hieraan hoeft te geloven, maar dat als de Kerk deze erkent, degenen die hier niet in geloven, tolerant moeten zijn tegenover hen die hier wel in geloven. Volgens Dr. Müller reageert de pers heel agressief en verre van serieus: "Alleen mensen die helemaal incompetent en sowieso agnostisch zijn worden aan het woord gelaten ...

Natuurlijk moet men zeer goed oppassen voor valse verschijningen, maar de media verspreiden leugens en dat op een manier die hoogst mensonwaardig is." Volgens Dr. Müller is een overeenkomst met Lourdes en Fatima de Onbevlekte Ontvangenis, en een overeenkomst met Medjugorje de formulering: "Ik dank jullie, dat jullie gehoor hebben gegeven aan mijn oproep". Volgens Dr. Müller hadden de drie zieneressen nog nooit boodschappen van Medjugorje gelezen, wel hadden ze al ooit van Medjugorje gehoord. Sceptici die naar Marpingen komen, worden overtuigd, zo zegt Dr. Müller, door bijverschijnselen zoals het waarnemen van rozengeur of van een lichttapijt dat uit de hemel neerdaalt of van mooie muziek. Ook waren mensen getuigen van een heel knappe vrouw in een blauw kleed met een witte sluier die midden in de mensenmassa knielde en innig bad en steeds snel van plaats verwisselde. Volgens Dr. Müller kenden de drie zieneressen elkaar tevoren niet en hadden zij voordat zij door de "Moeder Gods" werden samengevoegd, reeds ieder hun eigen verschijning. Ze zouden van nature ook schuw zijn en pas in het openbaar zijn opgetreden, nadat de "Moeder Gods" hen daartoe had opgeroepen. Volgens Müller is hun psyche normaal, hun intelligentie ook, kunnen ze hun indrukken goed weergeven, hebben ze realiteitszin en een gedifferentieerd moreel onderscheidingsvermogen, hetgeen reeds volstaat om suggestie onder hypnose uit te sluiten. Ze zijn ook sceptisch tegenover zichzelf en hebben nooit drugs gebruikt of zware medicijnen voor psychiatrische patienten. Op school hebben zij een gedegen vorming gehad. Judith werkt op de arrondissementsrechtbank in Saarbrücken, Marion werkt in een hotel en Christine heeft haar studie voor sopraanzangeres afgebroken, omdat zij tot de ontdekking kwam dat dit niet haar weg was. Van de hand van Pater Dr. Jörg Müller over Marpingen zijn de boeken: Von Maria zu reden ist gefährlich. Was geschah wirklich in Marpingen? (Miriam- Verlag) en Warum erscheint Maria so oft? Aktuelle Erscheinungsorte Mariens und ihre weltweiten Botschaften (Wien 1999).

Standpunt van de Kerk:

Het onderzoek van het fenomeen 'Marpingen' en de begeleiding van de drie zieneressen door pater Dr. Jörg Müller gebeurt niet op basis van een opdracht vanuit het bevoegde kerkelijke gezag, doch geheel op persoonlijke titel. Wel kan het feitenmateriaal dat hij heeft verzameld wellicht dienst doen bij het onderzoek door de bisschoppelijke commissie. Het is opmerkelijk dat pater Müller al vrij snel overtuigd is van de authenticiteit van de beweerde verschijningen en boodschappen en dat ook zo uitdraagt. Dat is uiteraard in strijd met het voorbehoud dat ten alle tijde gemaakt dient te worden, zolang het onderzoek lopende is. Het is sowieso goed te bedenken dat een privé- openbaring NOOIT noodzakelijk is voor ons geloof, terwijl mensen een privé-openbaring soms nog belangrijker vinden dan het geloof. Het is dan zaak extra alert te zijn, n.l. om te voorkomen dat het geloof ontspoort in een doorgaans goed bedoelde, maar uiteindelijk uiterst subversieve stellingname. De kerk heeft ten aanzien van de verschijningen in Marpingen nog geen standpunt ingenomen. In september 1999 is er een bisschoppelijke onderzoekscommissie ingesteld. Tien ordners vol informatie heeft de commissie reeds samengesteld. Het resultaat moet nog worden samengevat, zo berichtte de Saarbrücker Zeitung van 29-1-2004. Wel heeft Klaus Peters, de leider van de bisschoppelijke commissie, reeds aangegeven dat Marpingen een plaats is van gebed. Dr. Reinhard Marx, in 1996 gewijd tot bisschop van Paderborn en op 20 december 2001 tot bisschop van Trier benoemd, is sinds 1 april 2002 residerend bisschop van Trier. Hem komt het toe om op basis van verricht onderzoek een uitspraak te doen betreffende de authenticiteit. Hem heeft Stichting Vaak een brief geschreven om een standpunt dan wel een verklaring van het bisdom te vernemen. Per brief d.d. 9-2-2005 ontving Stichting Vaak van hem het volgende antwoord: "Im Auftrag unseres Bischofs Dr. Reinhard Marx teile ich Ihnen auf Ihre Anfrage vom 21.01.2005 hin mit, dass es keinen Rapport des Bistums Trier über die Geschehnisse in Marpingen gibt. Ausführliche Berichte von privater Seite sind über das Internet zugänglich (z.B. über www.marienerscheinung. de). Eine bischöfliche Erklärung in dieser Sache steht noch aus." Het bisdom Trier heeft dus nog geen verklaring uitgegeven over de gebeurtenissen te Marpingen.

Bedenkingen bij "Marpingen":

Als je zo door de boodschappen heen leest, vind je best wel veel goede gedachten. Aansporing tot gebed en boete, aansporing om te blijven in de liefde van God en te leven naar zijn geboden en de sacramenten weer te waarderen, goede gedachten over Eucharistie en Biecht, genezing van zieken naar lichaam en ziel, de triomf van het Onbevlekt Hart van Maria, wat wil je nog meer? Wat kun je daar als katholiek op tegen hebben? Natuurlijk helemaal niets! Toch kunnen we daarnaast ook dingen ontdekken die op z'n zachtst gezegd nogal merkwaardig zijn en die met de nodige zorg en onderscheidingsvermogen bekeken dienen te worden:

  1. Het Begin
    Bij de eerste 'verschijning' op 17 mei 1999 is van de drie toekomstige zieneressen alleen Marion Guttmann aanwezig. Zij ziet altijd wel de 'verschijning', maar hoort nooit wat de 'verschijning' zegt. Is het dan niet vreemd dat Marion hier wél een boodschap van de 'verschijning' hoort?
  2. De bron
    De eerste keer dat de drie zieneressen samen getuigen zijn van de 'verschijning', op 26 mei 1999 bij de derde verschijning, spreekt de 'verschijning' over de bron. Met deze bron bedoelt ze de 'bron van genade' van de verschijningen in het jaar 1876. Met het water uit deze bron zijn toen veel wonderen gebeurd, naar men beweert. Deze bron is volgens de 'verschijning' heel belangrijk. Vandaar dat ze het er vaak over heeft. Op 13 juni 1999 is het water van de bron maar heel schaars, zodat een groot deel van de pelgrims geen water kan krijgen. Had 'Maria' er dan niet voor kunnen zorgen - als deze bron zo belangrijk is - dat het genadewater rijkelijk zou stromen zoals b.v. in Lourdes? Op 18 juli 1999 'zegent' 'Maria' deze bron in samen met 'Jezus', maar zegt meteen daarop dat men deze bron maar met mate mag gebruiken. Wat is het geval? De bron geeft bijna geen water meer. Bovendien wordt het water van deze bron in 1999 verschillende keren getest op samenstelling, hygiëne en drinkbaarheid en negatief beoordeeld. Daarom wordt de bron zelfs van gemeentewege gesloten. Toch zegt de 'Moeder Gods': "Al het water, dat daar nu vloeit is nu genadewater en kan door jullie worden gedronken...Zoals ik heb beloofd, zal dit water geestelijke en lichamelijke genezing teweegbrengen bij die personen, waarbij God de Vader dat wenst." 
  3. Genezing van zieken 
    Deze bron is bedoeld om zieken te genezen. De 'Moeder Gods' zegt naar Marpingen gekomen te zijn om zelf zieken te genezen naar lichaam en ziel met het water uit deze bron. Is het niet vreemd dat de 'Moeder Gods' zelf genezing wil schenken in plaats van te verwijzen naar Jezus?!
  4. Geen Derde Wereldoorlog
    Op 6 en 8 september 1999 zou 'Jezus', resp. de 'Moeder Gods' gezegd hebben dat er geen Derde Wereldoorlog komt. De dreiging door de Moeder Gods in Fatima uitgesproken was niet serieus bedoeld, was maar alleen bedoeld om mensen wakker te schudden. En de reden waarom er geen Derde Wereldoorlog zou kunnen komen, is dat God teveel houdt van zijn kinderen. Waarom is er dan wel een Eerste en Tweede Wereldoorlog geweest? Hield God toen niet zoveel van zijn kinderen? In Fatima zei Maria op 13 juli 1917: "Jullie hebben de Hel gezien, waar de zielen van de arme zondaars heengaan. Om hen daarvan te redden, wil God dat de verering van mijn Onbevlekt Hart ingevoerd wordt. Als de mensen zullen doen wat ik jullie zeg, zullen vele zielen worden gered en er zal vrede komen; de oorlog loopt ten einde. Maar als men niet ophoudt God te beledigen, zal er een nog ergere komen". Het is de vraag in hoeverre de wereld is verbeterd sinds de Tweede Wereldoorlog. Het lijkt erop alsof er in elk geval in Europa op dit moment geen plaats meer mag zijn voor God. Een terugkeer naar God is voor O.L.Vrouw van Fatima voorwaarde voor het afwenden van een nieuwe verschrikkelijke oorlog.
  5. Dringende boodschappen
    Toch heeft de 'Moeder Gods' in Marpingen dringende boodschappen en zal daarom, zoals gezegd op 1 juni 1999, nog heel vaak verschijnen. De band tussen 'dringende boodschappen' en 'heel vaak verschijnen' is mij niet duidelijk. In authentieke verschijningsplaatsen heeft de hemel niet veel boodschappen nodig om iets duidelijk te maken. Wat die dringende boodschappen zijn, is dat de 'Moeder Gods' vanuit Marpingen zal triomferen en dat mensen, vooral zieken, zoveel mogelijk en in groten getale naar Marpingen moeten komen en met mate het water van de bron moeten drinken ter genezing. De 'Moeder Gods' spreekt haar vreugde uit over de vele mensen die komen en de vele priesters, maar vraagt om gebed voor de bisschop en voegt eraan toe: "Wees niet bang, ook al lijkt het uitzichtloos". Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig: de bisschop is niet geliefd, aangezien hij 'Marpingen' nog niet heeft goedgekeurd. Bij de dringende boodschappen hoort zeker ook dat de zieneressen op de hele wereld moeten verkondigen dat "ik, jullie hemelse moeder, altijd bij jullie ben". Is het zo bijzonder dat zij altijd bij de zieneressen zou zijn? Maria is toch altijd bij ál haar kinderen over heel de wereld, toch niet bij slechts deze drie?!
  6. Opdracht van de zieneressen
    Naar op 17 oktober 1999 verluidt, zouden de zieneressen alle mensen die ze tegenkomen, moeten helpen om dezelfde weg te gaan als zij: 'Haal ze daar af, waar ze staan'. De mensen moeten hun liefde kunnen zien, opdat zij zo deze verharde harten kunnen bereiken, aldus de 'Moeder Gods'. Is het bij authentieke verschijningen niet zo dat de ziener slechts dient door te geven wat de verschijning meedeelt? Het gaat niet om de ziener, maar om de boodschap van de verschijning. Van de ziener wordt slechts verwacht bescheiden te getuigen, niet dat hij mensen zou moeten overtuigen. Die rol lijkt voor de zieneressen van Marpingen wel weggelegd te zijn door de 'Moeder Gods'.
  7. Bewijzen voor de echtheid
    Wat mensen ervaren, is vaak subjectief, maar kan voor hen veel betekenen. Het ruiken van rozengeur, het zien van een lichttapijt dat uit de hemel neerdaalt, het draaien van de zon, het horen van zachte muziek, het bewijst voor mensen de echtheid van de verschijning. Een kritische bezoekster (R.S.) heeft op 13 juni 1999 tijdens de verschijning een bedompte schimmellucht geroken, hetgeen er juist op kan wijzen dat de verschijning niet van de hemel komt. Al met al dienen we voorzichtig te zijn met deze subjectieve 'bewijzen'.
  8. Vele engelen en heiligen
    Inflatoir is het aantal personen dat verschijnt. Reeds vanaf het begin gaat het naast de 'Moeder Gods' en het 'Kind Jezus' om ontelbare 'engelen', de drie 'aartsengelen', arme zielen, de 'heilige Drievuldigheid', zovele 'heiligen', geaborteerde kinderen en miskramen en vele, vele anderen. In deze veelheid van personen en gebeurtenissen kunnen we niet echt een duidelijke zin, een opbouw of ordening vaststellen, zoals bij een authentieke verschijning
  9. Altijd in Marpingen - Duitsland
    De 'verschijning' heeft voor Marpingen gekozen om vandaaruit heel Duitsland te bereiken. Volgens de 'verschijning' wint de duivel in Duitsland zijn spel en is de zondenvloed van Duitsland zo groot, dat deze een grote straf van Godswege zou rechtvaardigen. Voor mij is niet duidelijk dat het in Duitsland slechter zou zijn dan in andere westerse landen. Misschien wordt hier door de 'verschijning' een reden gezocht om met het Onbevlekte Hart te verhuizen van Fatima naar Marpingen. De 'Moeder Gods' zegt de zieneressen toe voor altijd in Marpingen te blijven, ook als ze er niet meer verschijnt. In authentieke verschijningsplaatsen is een dergelijke uitspraak van Maria nooit gehoord. Ook zonder een dergelijke uitspraak blijven de pelgrims daar na de verschijningen komen, zelfs nog in veel grotere getale. Dat heeft wellicht te maken met de kracht van de boodschap. Trouwens, is Maria niet altijd en overal bij ons, los van welke verschijning dan ook?!
  10. Veel liefdesverklaringen en bloemblaadjes
    Een duidelijke overeenkomst met Medjugorje is dat de 'verschijning' de zieneressen bedankt voor hun komst: "ik ben blij dat jullie hier zijn gekomen en aan mijn oproep gevolg hebben gegeven". Bij authentieke verschijningen komen we iets dergelijks niet tegen. In het verlengde hiervan kunnen we wellicht de vele liefdesverklaringen zien. 'Maria' en 'Jezus' verklaren aan de lopende band hun liefde aan de zieneressen in Marpingen, eufemistisch gezegd: lichtelijk overdreven. Die liefdesverklaringen dienen zelfs inhoud te zijn van hun verkondiging: de zieneressen moeten aan de mensen verkondigen, dat 'Jezus' en 'Maria' van hen - de zieneressen - houden. Een witte duif en vele bloemblaadjes maken ook regelmatig deel uit van de verschijningen. De bloemblaadjes die uitgestrooid worden boven de pelgrims, zetten deze liefdesverklaringen nog enige kracht bij. De 'Moeder Gods' is een beetje vrolijk, 'pater Pio' is zelfs heel vrolijk. Pelgrims lachen en hebben plezier. Ook 'Jezus' is heel vrolijk, 'onheilspellende vreugde' wordt eraan toegevoegd. En dan zijn de gevoelens van de zieneressen verward. Hoe anders zijn authentieke verschijningen! Deze zijn gekenmerkt door ernst en waardigheid. Ondanks alle nabijheid bewaren de hemelingen daar een gepaste afstand en roept hun uitstraling op tot eerbied.
  11. Rituelen
    Bij de verschijningen in Marpingen zegent 'Maria' verschillende keren de rozenkransen van de mensen. Zij moeten deze daartoe boven hun hoofd houden. Bij authentieke verschijningen komt het niet voor dat Maria zegent. Het is bovendien een opvallende wijze waarop het gebeurt. Het moet wellicht een blijvende indruk maken op de pelgrims. Vreemd is het bovendien dat een zegen gegeven zou worden als beloning voor de komst. Christine meent op 1 juli 1999 van 'Maria' begrepen te hebben dat de rozenkransen aan de 'verschijningssteen' aangestreken moeten worden. In Lourdes is het heel gewoon dat mensen hun rozenkrans even aanstrijken aan de grot waar Maria is verschenen. Het is iets anders als dat gedaan zou moeten worden op verzoek van Maria. Dan lijkt het aanstrijken een andere lading te krijgen, een magische lading. Maria zal zoiets niet vragen. Het past meer bij ons mensen om voor onszelf iets vast te houden van die bijzondere plek.
  12. Het doel van de verschijningen
    De verschijningen van Fatima hebben een bepaald doel. Aan het einde van de eerste wereldoorlog willen zij de ware vrede in de wereld helpen te verkrijgen door boete en verzoening, maar vooral door de devotie tot het Onbevlekte Hart van Maria en door het dagelijkse rozenkransgebed. De 'Moeder Gods' van Marpingen wil ons laten verstaan dat de triomf van haar Onbevlekt Hart in Marpingen begint. Is het niet juist de boodschap van Fatima, dat het Onbevlekt Hart van Maria zal triomferen, als Rusland wordt toegewijd aan haar Onbevlekt Hart? De boodschap van Fatima is nog steeds actueel.

Decreet Bisschop van Trier:

Op 13 december 2005, verklaarde bisschop Richard Marx van Trier, dat het niet vast staat dat de gebeurtenissen van de jaren 1876 en 1999 een bovennatuurlijk karakter bezitten en dat er ernstige gronden bestaan om te geloven dat het geen bovennatuurlijke verschijnselen betreft. Aldus een Non constat de supernaturalitate. In het decreet, dat de bevindingen van een onderzoek naar het al of niet bovennatuurlijk karakter van de verschijningen afrondt, blijft het bisdom zeer hoffelijk. Maar tegelijk wordt duidelijk gemaakt dat men geen geloof hecht aan het bovennatuurlijke karakter van de gebeurtenissen. Tijdens een persconferentie werd door de bisschop en theologen verduidelijkt, dat men door het decreet voortaan niet langer mag spreken van 'hemelse verschijningen', 'zieneressen' of hemelse boodschappen in Marpingen. Publicaties waarin dat toch nog zou gebeuren, mogen niet langer verspreid worden in kerkelijke ruimten. Voorts deelde bisschop Marx mee dat zijn voorganger, Mgr. Hermann Josef Spital, in september 1999 een commissie, welke bestond uit priesters, godsdienstdocenten en kerkhistorici, opdracht had gegeven om na te gaan of aan de gebeurtenissen in Marpingen een bovennatuurlijk karakter toegekend zou kunnen worden. De commissie is echter na zorgvuldig onderzoek eenduidig tot de conclusie gekomen dat bovennatuurlijkheid niet bewezen kan worden. De commissie is tot haar uitspraak gekomen na bestudering van documenten, literatuur, film- en geluidsbanden, na gesprekken met de drie vrouwen die in 1999 van de verschijningen gewag maakten, door verdere gesprekken, berichten en adviezen van deskundigen. De commissie heeft hierover contact gehad met de Congregatie voor de Geloofsleer in Rome. De Duitse bisschoppenconferentie heeft haar instemming betuigd met het bericht en met de uitkomst van het onderzoek.

De verschijningen zijn niet goedgekeurd door de Heilige Stoel in Rome.

Bronvermelding:
Avé Nieuwsbrieven van de 'Stichting Vaak', over Actuele Verschijningen van september 2005, december 2005 en maart 2006 door pastoor Rudo Franken, waarvoor mijn dank.

Ik heb tevens twee afbeeldingen over Marpingen met toestemming van: Herr Klaus Jung overgenomen, waarvoor ik ook hem bedank.