H.H. Fabianus en Sebastianus

Fabianus; Paus en martelaar; † 250

Feestdag: 20 januari

Fabianus was afkomstig uit Rome, en werd waarschijnlijk geboren tegen het eind van de tweede eeuw. In 236 volgde hij de heilige Anterus op, ook wel bekend als Anteros of Anterius, als bisschop van Rome. Hij regeerde als paus van 236-250.
Hij stond bekend om zijn liefde voor de armen en zijn zorg voor christelijke begraafplaatsen. Hij liet de relieken van Pontianus en Hippolytus in Rome bijzetten.

Kort na zijn verkiezing nam de christenvervolging van Maximinus door de moord op de keizer een einde. De volgende keizers waren de christenen gunstig gezind. Daarom genoot de Kerk onder Fabianus rust, die de paus voor de organisatie van de Kerk gebruikte. Aan elk van de zeven diakens wees hij een deel van de stad voor de armenzorg aan. De zeven diakens moesten de akten van de martelaren verzamelen.

Fabianus ijverde zowel voor de armenzorg als de Liturgie. Eerst na een jaar werd hij opgevolgd door de heilige Cornelius. In de tijd daartussen leidde tegenpaus Novatianus de christengemeenschap. Onder keizer Decius begonnen de christenvervolgingen weer en op 20 januari 250 werd Fabianus door de Romeinen vermoord. Daarom is hij ook heiligverklaard. Later kwam een deel van Fabianus’ relieken terecht in de basiliek van de heilige Sebastianus van Rome. Vandaar dat hij op dezelfde dag wordt gevierd als Sebastianus altijd met hem in één adem wordt genoemd.

Hij is patroon van pottenbakkers en tinnegieters.

Sebastianus; martelaar † 258

Feestdag: 20 januari

Volgens de legende was hij afkomstig uit de Zuid-Franse stad Narbonne, maar de heilige bisschop Ambrosius beweerde dat hij uit zijn bisschopsstad Milaan kwam. Verder is bekend dat hij officier was in het Romeinse leger. Hij was een gunsteling van keizer Diocletianus , die bekend staat als een gevreesde christenvervolger. Sebastianus schopte het het zelfs tot commandant van de Praetoriaanse Garde (het elitecorps van de keizerlijke lijfwacht).  

Vermoedelijk waren zijn ouders al christenen. Sebastiaan zou zich, omdat christenen werden vervolgd, heimelijk tot het christendom hebben bekeerd, ondanks dat dit in het Romeinse rijk verboden was. In het geheim hielp hij medechristenen om te ontkomen aan vervolging door de Romeinen. Diocletianus trachtte Sebastianus op alle mogelijke manieren van het Geloof in Christus afvallig te maken.

Toen dit de keizer niet lukte, veroordeelde hij hem ter dood. Sebastiaan werd aan een boom gebonden ne doorzeefd met pijlen door boogschutters uit het leger. Bij het losmaken ontdekte men dat hij nog ademde. Uiteindelijk werd hij doodgeknuppeld en in het riool gegooid. Hij stierf op 29 januari 288.

Hij werd begraven in de naar hem genoemde catacombe met heerlijke basiliek te Rome.

Beschermheilige voor (boog-)schutters, soldaten, jagers, steenhouwers, tuiniers, kleermakers, brandweerlieden.