Heilige Engelbewaarders

2 oktober: Feest van de Heilige engelbewaarders

Het feest van de Heilige engelbewaarders op 2 oktober is gewijd aan de beschermengelen en wordt eigenlijk als een vervolg op het feest van de aartsengelen (29 september) gevierd. Met dit feest drukt de Katholieke Kerk haar geloof uit dat alle mensen door Gods engelen worden begeleid, beschermd en bewaard.

Ze worden afgebeeld als gevleugelde personen van onduidelijk geslacht. Die vleugels hebben ze nodig om tussen ons en de hemel heen en weer te vliegen: ze brengen Gods goede gedachten naar de mensen en brengen de gebeden van ons voor God. Ze staan half achter de hun toevertrouwde persoon.

Als onze Heilige engelbewaarder trouw is aan ons, zouden wij ook trouw moeten zijn aan hem. Niet slechts zo af en toe, maar iedere dag. Gewoon met een klein schietgebedje om zijn hulp vragen. Hij begeleidt ons immers trouw, niet alleen in het verkeer. Hij begeleidt ons op al onze wegen, bij al onze opgaven, gesprekken, bezoeken en in onze vrije tijd.

Het geloof in engelbewaarders is niet typisch christelijk. In de Oudheid bestond het al bij de Babyloniërs, de Assyriërs en de Grieken. Er bestaat een theorie dat het joodse geloof in engelen afkomstig is van oosterse culturen in de tijd dat het Joodse volk in de Babylonische ballingschap verkeerde (6e eeuw v.Chr.).

Gebed tot de Heilige Engelbewaarders

Heilige Engel, die mij zo getrouw op mijn levenspaden vergezelt en mij door God tot beschermer en bewaarder zijt gegeven, welke dank zal ik U bewijzen voor uw trouw, uw liefde en de ontelbare weldaden, die gij mij hebt getoond? Talloze gevaren hebt gij van mij afgewend en een schat van genaden heeft uw voortdurend gebed van de Hemelse Vader voor mij verkregen.

​Gij waakt bij mijn legerstede, wanneer ik slaap; gij troost mij in droefheid en beurt mij op in neerslachtigheid; gij houdt mij terug van zonde en wekt mij op tot het goede; wanneer ik gevallen ben, verdubbelt gij uw ijver en liefde om mij tot boetvaardigheid aan te sporen en mij met God te verzoenen. Reeds lang misschien was ik in de eeuwige afgronden neergeworpen, indien gij door uw gebeden Gods gramschap niet van mij had afgewend. O! Ik bid u, verlaat mij nimmer: troost mij in tegenspoed en leer mij nederig blijven, wanneer het mij welgaat. Bescherm mij in gevaren; sta mij bij in bekoringen, opdat ik nimmer bezwijk. Gewaardig U altijd mijn gebeden, mijn smekingen en al mijn goede werken aan God op te dragen en smeek de Almachtige, dat ik in zijn genade uit dit leven scheiden moge en het eeuwig leven deelachtig worde. Amen.