De zeven Mariafeesten en de drie Maria’s

Maria de Heilige Maagd

Apokriefe invloed:

Aanvankelijk verscheen Maria als de Moeder-Maagd aan wie volgens Lukas de geboorte van een goddelijke Zoon was aangezegd. Drie eeuwen later zijn er zomaar vier Maria-feesten bekend, namelijk Maria Boodschap op 25 maart, Maria ten Hemelopneming op 15 augustus, Maria Geboorte op 8 september en de Zuivering van Maria op 2 februari. De oorsprong van deze feesten ligt grotendeels in de apokriefen. Apokriefe auteurs interesseerden zich van stond af aan voor de ondergewaardeerde Moeder. Ze stond altijd achteraf, werd onrechtvaardig bejegend en aan het graf van Jezus draaide alles om ene Maria van Magdala.

In de elfde eeuw vinden we in Engeland het feest van haar Onbevlekte Ontvangenis op 8 december en uit de Byzantijnse ritus wordt Maria's Presentatie in de tempel overgenomen. Andere Maria-feesten werden uitsluitend lokaal gevierd en vonden geen genade bij de kerkelijke overheid. Op een zeker moment beschikt de kerk over zeven Maria-feesten. Merkwaardig is evenwel, dat pas in 1950 de paus de Ten Hemelopneming van Maria officieel tot dogma verklaarde.

De indruk dringt zich op dat de Maria-feesten voorzagen in de geweldige behoefte aan een godin naast de zo mannelijk georiënteerde kerk van Rome. Jezus was een man, de discipelen waren mannen en de clerezij bestond uitsluitend uit mannen. Waar bleef de vrouw in deze mannenwereld? Waar was het gevoel tussen al dat verstand en intellectuele geweld? Het volk riep de bisschoppen tot de orde en het kreeg zijn zin. De religie van Christus mocht haar eigen godin in de armen sluiten.

Een goddelijk plan:

Wie deze geschiedenis overdenkt kan zich moeilijk aan de indruk onttrekken dat er ergens een goddelijk plan aan ten grondslag heeft gelegen. Voor de komst van het Christendom wemelde het van de moeder-godinnen. Onder allerlei namen vervulden ze een onmisbare rol in de religieuze wereld van vele eeuwen. Meestal waren het tragische figuren, omdat ze gescheiden werden van hun goddelijke gemaal. Hun zoektocht in de onderwereld, waarin hij gevangen zat, vormt het kernthema van vele religies. Het terugvinden van de godheid leidde tot een feestelijke wedergeboorte en dat hele gebeuren was verbonden met de seizoenen in de natuur. Als de vruchtbaarheid op de velden terugkeerde was de gedode god weer opgestaan en werd de vruchtbaarheidsgodin feestelijk geëerd.

Het viel een jonge verlossingsgodsdienst als het Christendom natuurlijk zwaar om dit thema ongewijzigd over te nemen. Zij verlegde het accent naar de opgestane godheid en verwees de vruchtbaarheidsgodin, die immers de keten van geboorte en dood in gang hield, naar de onderwereld. Heel haar wezen herinnerde teveel aan de ongehoorzame Eva, voor wie de kerk totaal geen waardering had. Wel probeerde de oer-zondares haar fout goed te maken door onder de naam Maria terug te keren en de Verlosser ter wereld te brengen, maar dat kon geen reden zijn om haar groots te fêteren.

Evenmin had de kerk oren naar de gnostische mythe, die vertelde over een deel van God de Vader, dat uit Hem trad en in de veronderstelling zelfstandig te kunnen scheppen zonder toestemming van God de wereld schiep met behulp van een goddeloos monster, dat in de gnosis de Demiurg wordt genoemd. De gnostici vertelden hoe de Vrouwe leed aan haar misstap en niets naliet om de menselijke slachtoffers van haar fout te helpen en te ondersteunen.

Uit deze vermengde traditie van enerzijds de vruchtbaarheidsdiensten van het Middellandse Zeegebied en anderzijds de Christelijke Verlossingsgodsdienst in samenhang met de Christelijke apokriefe traditie is de Maria-figuur, zoals wij die tegenwoordig kennen, geboren. Nog altijd lijdt zij aan de dood van haar zoon, een metafoor voor haar medelijden met de aan haar schuld geketende mensheid. Wij ontmoeten haar op de driedaagse zoektocht naar de zoon, die onder de tempeldienaars verkeert en leert. Fel stelt hij haar onwetendheid aan de kaak. Eerst omdat ze niet schijnt te beseffen dat hij de werken van zijn Vader doet en later als hij haar toeroept: "Vrouwe, wat heb ik met u van node", omdat zij niet weet dat hij in staat is water in wijn te veranderen. Als volstrekt onbelangrijk verdwijnt zij tussen de coulissen van de bijbel, een pretentieloze figurant op het zijtoneel van de godsdiensthistorie.

Het jaar van de ziel:

Maar is ze wel zo nietig als haar bijbelse positie suggereert? Komt haar verborgenheid niet overeen met de verborgenheid van de menselijke ziel? Met onze intelligentie, ons verstand en ons denkvermogen representeren wij de goddelijke Geest op het menselijke vlak. Dominant heerst hij in het rollenspel van ons leven, een souvereine influisteraar in de databank van het brein. Vaak wekt hij de indruk alleenheerser te zijn. De ziel verschuilt zich met haar bescheiden glimlach achter zijn theatrale redeneerkunst.

Met het vorderen der eeuwen raakte de ziel meer en meer op de achtergrond. Bijna verschrompelde ze tot een tandeloos oudje tot in onze dagen de hernieuwde oproep om aandacht voor de ziel weerklinkt. Onbewust van wat hij deed gaf de paus haar in 1950, toen hij haar opwaardering dogmatisch ondersteunde, een stem. Nu roept ze luid en duidelijk om rekening met haar te houden. De vele publicaties in haar naam hebben ons geleerd wat alle godinnen uit de oudheid, inclusief Eva, Sophia, Isis en Maria met elkaar gemeen hebben. Zonder uitzondering symboliseren zij in het collectieve bewustzijn van alle mensen samen het beeld van de individuele ziel. In Maria, wereldziel en individuele ziel tegelijk, leven alle vroegere godinnen gezamenlijk.

De Mariafeesten komen het best tot hun recht als zielefeesten, prachtige erkenningen van de groei der ziel van geboorte tot haar opname in de mystieke hemel. Tussen Maria Geboorte op 8 september en Maria Ten Hemelopneming op 15 augustus strekt zich het 'jaar van de ziel' uit. Verspreid in dit bijzonder intieme jaar wordt telkens het accent gelegd op een van de zeven belevenissen in het evolutieverhaal van de individuele ziel.

Zo herinnert Maria Geboorte (8 september) aan de losmaking van Sophia, Gods dynamische kracht, uit de goddelijke oer-energie. Met name het 'Geheime boek van Johannes', een geheimzinnig gnostisch geschrift uit de Nag Hammadi-vondst, geeft daar informatie over. De presentatie van de driejarige Maria in de tempel is een reminiscentie aan Sophia's afdaling in de onderwereld, een mythologisch motief dat over de hele wereld voorkomt en dat beschrijft hoe de ziel geleidelijk in een stoffelijk keurslijf gevangen raakt. Op 25 maart staat Maria Boodschap op de kalender. Die dag herinnert aan het moment waarop Sophia de mededeling krijgt dat zij innerlijk aan God gelijk is.

De Onbevlekte Ontvangenis van 8 december, die in de VKK niet wordt gevierd, is het vierde Mariafeest. Het herdenkt het moment van bewustwording. De ziel, aangeraakt door het goddelijke, wordt de goddelijke aanwezigheid in haar diepte gewaar. De Visitatie van 2 juni vindt haar oorsprong in de ontmoeting tussen de zwangere nichten Elisabeth en de jongere Maria. In dit verband is het nuttig eraan te herinneren dat de naam Elisabeth betekent "De god van de zeven". Beide babies herkenden elkaar en sprongen op in de schoot van hun moeder. Dat feest houdt de mystieke aanschouwing van de Geest door de ziel levend. Vervolgens duidt Maria Lichtmis, het zesde Mariafeest in rangorde, op het zich reinigen van het aardse door de ziel. De ziel relativeert de aardse invloeden en keert zich definitief naar de Vader. Het is een hoedanigheid van de ziel, waarvan we ons nauwelijks bewust zijn.

Ten slotte is daar het zevende feest van Maria ten Hemelopneming, het 'oud en nieuw' van de ziel. Maria, opgenomen in de hemel, staat voor de ziel die uiteindelijk door de Geest wordt aanvaard en zich met hem verenigt in wat gnostisch genoemd wordt 'het heilige huwelijk', dat in de bijbel wordt uitgebeeld in de bekende bruiloft van Kana als Jezus water in wijn verandert.

Het leven van de ziel drukt zich uit door het lichaam, maar de lichamelijke zintuigen kunnen de oneindige uitgestrektheid van het zieleleven niet bevatten en dus blijft het overgrote deel van dat leven onbewust. De zin van de Mariafeesten kan geen andere zijn dan ons stap voor stap te doordringen van het feit dat wij vonken zijn van het eeuwige licht en dat onze terugkeer daarin het hoogste levensdoel is en het streven daarnaar de zin van ons bestaan uitmaakt.

Maria Magdalena

 

Bethanië en Magdala:

Maria in de bijbel is dus het verhaal van de ziel. Bewustwording daarvan vereist een aantal kwaliteiten die door de evangelieschrijvers zonder enige nadruk worden neergelegd in kleine, maar o zo diepzinnige anecdotes. Het gaat om de verhaaltjes over de drie Maria's, Maria de Moeder van Jezus, Maria van Bethanië en Maria Magdalena. Op bescheiden wijze laten zij zielekwaliteiten zien, die ontwikkeld moeten worden om het uiteindelijke mysterie van de ziel te kunnen ontraadselen.

Het is boeiend om te zien hoe alle drie Maria's hun eigen karakter vertonen. Maria de Moeder cijfert zich totaal weg, een typische moedertrek. Haar reine nederigheid maakt haar tot de sympathiekste figuur binnen de verscheidenheid aan bijbelse persoon-lijkheden. Nooit dringt ze zich op de voorgrond. Haar lijdzame zorgzaamheid siert het aandoenlijke kind-vrouwtje uit de apokriefe berichtgeving. Maria de Moeder-Maagd houdt het beeld van de onbesmette moederstof in stand alsof uitsluitend in dat milieu de goddelijke Vonk tot wasdom kan komen.

Maria van Bethanië is een totaal ander karakter. Dit zusje van Martha en Lazarus treedt maar enkele keren voor het voetlicht. De eerste keer knielt ze aan de voeten van Jezus neer, kijkt als een verliefde vrouw naar hem op en aanbidt hem. Maria is de meditatieve zuster van de bedrijvige Martha, die ook in de prelude tot de mystieke opwekking van haar 'overleden' broer de kattige, de boze en de beweegelijke is, terwijl Maria zich zwijgend inkeert in zichzelf. "Vindt u dat nou netjes dat zij mij al het werk laat doen?" beklaagt de kokkerellende Martha zich bij Jezus. Tot haar verrassing antwoordt hij: "Maar Maria heeft de goede kant gekozen."

De rolverdeling van beide zusters is zo, dat zij elkaar aanvullen als twee helften van een appel. De een is praktisch, daadkrachtig, bijdetijd, de ander meditatief, stil en devoot. Het schijnt dat beide kanten in een persoon aanwezig behoren te zijn, maar dat de meditatieve zijde, de naar God opziende ziel, de juiste levensinstelling is om innerlijk te groeien. Maria representeert duidelijk de devote en toegewijde kwaliteiten van de religieuze ziel.

Maria Magdalena is een ander verhaal. Uit de prostituee van Magdala werden, zoals de legende wil, de zeven hoofdzonden uitgeworpen. Deze zonden binden de mens aan de materie. Door de ceremonie van het 'uitwerpen van zonden' werd de begoocheling, waaraan de meeste mensen lijden, verbroken. De bevrijde ziel werd de trouwste volgeling van Jezus. Hoewel we weinig over haar horen is zij de enige, die door alle vier de evangelisten bij het graf van Jezus wordt gezet. Dat verklaart het aanzien van deze opvallende vrouw, de Aphrodite van de Christelijke mythologie.

Waar de bijbel er verder het zwijgen toedoet, daar spreken de gnostici. Maria van Magdala groeide uit tot de hoofdfiguur van de gnosis. Haar voorkeurspositie binnen de kring van leerlingen wekte hun irritatie op. De verwijten aan Jezus dat hij haar voortrok boven hen lijken historisch. Tussen Jezus en Maria bestond iets moois, want het Evangelie van Philippus weet zelfs te melden dat zij elkaar regelmatig op de mond kusten. Maar deze Maria wordt in de gnostischte teksten uitdrukkelijk vermeld als 'de Vrouw die het Al kende'. Zij alleen heeft het doel van het leven gerealiseerd. Zij, de grote Wijze ziel, heeft de evolutie volbracht. De kussen die zij en Jezus uitwisselden kunnen het teken zijn van het heilige huwelijk tussen de ziel en de Geest, dat Maria in zichzelf gesloten had.

Maria van Bethanië

Geheimtaal der religie:

Nu zien we ze naast elkaar, de drie Maria's, de nederige, de devote en de wijze. Drie zijden van de ene wereldziel openbaren zich in de drie Maria's. Hun eigenschappen zullen wij in onszelf tot ontwikkeling moeten brengen willen we de innerlijke groei kunnen voltooien, die ons bewust maakt van het goddelijke in ons wezen. Nederigheid is in deze tijd van platte retoriek en hol lawaai een kostbaar goed. De devote liefde tot God begint zo zoetjes aan uit onze cultuur te verdwijnen. Wijsheid is in het intermenselijke verkeer doorgaans ver te zoeken. Toch maken Maria de Madonna, Maria van Bethanië en Maria Magdalena op charmante wijze de kwaliteiten zichtbaar die de mens zich eigen zal moeten maken wil hij ooit nog doordringen in de geheimtaal van de religie.

De loop der geschiedenis heeft ons geleerd, dat de Vrouwe zich niet laat weg-retoucheren. Met zachte drang kwam zij door een achterdeurtje het theologisch bouwwerk binnen en dwong de kerkvaders hun mannenverbond ook voor vrouwen toegankelijk te maken. Toen zij eenmaal haar zetel had ingenomen, verkoos zij om onopvallend het heilige zevenvoud te ontvouwen in haar feestelijke gedenkdagen en wees zij integer op de drievoudigheid van de inwijdingsweg die de ziel te gaan heeft. Dat is de Mysterieweg van Zuivering, Verlichting en Eenwording: zuivering van het gevoelsleven, verlichting van het verstand en de vereniging van de gezuiverde ziel met de goddelijke Geest.

Nu valt het niet moeilijk meer om in Maria de Moeder-Maagd de godin van de Zuivering te zien, Maria van Bethanië te traceren als de godin van de Verlichting, terwijl in Maria Magdalena de Vereniging of Eenwording op sublieme wijze gestalte heeft gekregen.