Allerheiligen

1 november

Voor onze heidense voorouders begon het jaar met de donkere helft, net als de dag met de invallende duisternis begon. De Kelten noemden het Winterfeest Samhain en vierden het op de vóóravond van november.
Toen het christendom in Engeland kwam moesten de Keltische, heidense feesten verdwijnen. Maar dat ging niet zomaar.
Daarom gingen de kerken, in de plaats van de oude feesten, op 1 november Allerheiligen en op 2 november Allerzielen vieren.

Allerheiligen (Sollemnitas Omnium Sanctorum in het Latijn) is een christelijk feest, dat gevierd wordt onder katholieken, protestanten en anglicanen. In de Katholieke Kerk is het een hoogfeest, waarop alle heiligen van de Rooms-Katholieke kerk gezamenlijk worden vereerd en herdacht. Het feest wordt sinds de negende eeuw gevierd.

Allerheiligen en Allerzielen (2 november) zijn de dagen waarop in de rooms-katholieke kerk de onderwerpen dood en leven na de dood aan de orde komen. De voorbereidingen voor beide feesten vinden vaak plaats op Heiligenavond. In het Engels: All Hallow's Eve, wat langzamerhand werd verbasterd tot Halloween.

Aan het feest van Allerheiligen zijn verschillende andere vieringen voorafgegaan. In de zevende eeuw is er de herdenking, ieder jaar, van de inwijding van het Romeinse pantheon als kerk van Maria en alle martelaren. In de eeuwen daarop worden alle in de hemel opgenomen overledenen vereerd (zoals Maria, de engelen, aartsvader, apostelen
en martelaren).

In 835 werd het feest door paus Gregorius IV verplaatst naar 1 november en uitgebreid tot alle heiligen. Deze datum is het begin van de winterperiode, volgens de regel van Benedictus en, als zodanig, tegenhanger van het Paasfeest.