Er gebeuren nog steeds wonderbaarlijke genezingen in Lourdes

In memoriam:
Gerrit de Bont, Tilburg, 29 februari 1924 - Bilthoven, 29 augustus 2008

Onderstaand artikel heb ik met toestemming van de redactie mogen overnemen uit het Katholiek Nieuwsblad van 30 juli 2004. Hiervoor mijn dank.

Maria blijft Gerrit de Bont genezen

Gerrit de Bont heeft een bijzondere liefde voor Maria. En andersom moet dat ook zo zijn, want vorige maand keerde hij voor de zevende keer genezen terug uit Lourdes. Kan Lourdes binnenkort een Nederlander toevoegen aan de lijst van wonderbaarlijk genezen mensen?

Yvonne Koopman-Snep

Hoe zou het toch zijn met Gerrit de Bont, de man die vijf jaar geleden in deze krant zijn relaas deed over de wonderbaarlijke wijze waarop hij was genezen in Lourdes? Het KN zocht de nu 80-jarige De Bont op, thuis in De Bilt. En dat was niet zomaar uit nostalgie. Gerrit de Bont keerde namelijk begin vorige maand terug van een zoveelste bedevaart naar Lourdes en hij kwam wederom genezen terug. En dat maakt dat hij bij elkaar zeven keer is genezen. Het lijkt wel of Maria iets duidelijk wil maken aan Nederland.

Meteen bij binnenkomst is duidelijk dat Gerrit (80) en Agnes (78) de Bont grote Mariavereerders zijn. Aandenken aan de tientallen Mariabedevaartplaatsen van over de hele wereld die ze hebben bezocht, prijken aan de muur en op de kasten. Zittend aan de huiskamertafel met zicht op een Mariabeeld uit Lourdes vertelt Gerrit de Bont zijn wonderlijke levensloop. Of beter gezegd zijn stervensloop, want als het niet voor de wonderbaarlijke genezingen was, dan zou Gerrit de Bont allang ten grave zijn gedragen. Zijn vrouw Agnes - "Zij is mijn engelbewaarder", zegt De Bont liefdevol - luistert mee en knikt instemmend bij de bijna ongelofelijke verhalen die Gerrit de Bont vertelt. Uit alles klinkt een groot vertrouwen en ook een enorm sterk optimisme.

Gerit de Bont: "Ik voelde ineens een steekvlam door heel mijn lichaam, met een ontzettende intensiteit. Ik wist het meteen: ik was genezen."

Tumor
In mei van dit jaar was het weer eens zover. Nadat bij Gerrit de Bont in de laatste tien jaar al vier keer eerder een lymfeklier was weggehaald omdat er een kwaadaardige tumor op groeide, durfde zijn arts het deze keer niet meer aan.

'U had bestraald moeten worden, maar ik zou niet weten waar'

"Meneer De Bont, als ik deze lymfeklier ook weghaal, wordt uw been zwart en moet ik het amputeren. Het enige wat we kunnen proberen is bestralen." Gerrit wist het goed gemaakt. Toen het omliggende weefsel na de vorige operaties eigenlijk ook bestraald had moeten worden, toog hij in het volle vertrouwen in Maria met zijn vrouw naar Lourdes. Bij terugkomst bleek steeds opnieuw de bestraling niet meer nodig. "Ik ga naar Lourdes, en als ik bij terugkomst nog bestraald moet worden, dan doe ik het." Een paar weken geleden klonk het verlossende woord. Nadat hij door de scan was gegaan en alles onderzocht was, kon zijn uroloog alleen maar zeggen: "Meneer de Bont, u had bestraald moeten worden, maar ik zou niet weten waar. Gaat u maar weer naar huis."

Wonder
Het gesprek komt als vanzelf op het grootste wonder dat Gerrit de Bont heeft mogen ervaren. In de zomer van 1990 werd bij hem prostaatkanker geconstateerd in een zeer vergevorderd stadium. "Ik had over mijn hele lichaam tumoren en overal uitzaaiingen."

'Als mijn genezing wordt erkend als wonderbaarlijk, zou ik nummer 66 zijn'

De boodschap van de dokter was hard, maar realistisch. "U bent te laat gekomen, we kunnen niets meer doen." Slechts één mogelijkheid restte hem: een bedevaart naar Lourdes. Meer dood dan levend, reden Gerrit de Bont en zijn vrouw in vele kleine etappes naar Lourdes. "Ik heb meermalen gedacht: Als 't niet meezit, moet ze alleen terug. Eenmaal in Lourdes ben ik in de piscines, de baden met het bronwater, gegaan. Toen we later die dag de tent probeerden op te zetten, voelde ik ineens een steekvlam door heel mijn lichaam, met een ontzettende intensiteit. Ik wist het meteen: ik was genezen."

De arts bij wie Gerrit de Bont onder behandeling was, had behoorlijke moeite dit te erkennen. Pas na vier jaar intensieve controle gaf hij toe dat De Bont genezen was. Nog geen littekentje was er overgebleven.

Medisch unicum
De arts die in 1990 bij Gerrit de Bont prostaatkanker constateerde, zag hem pas in 1993 terug en was uitermate verrast. Hij schrijft in maart 1993:
"Plotseling zag ik voor ons afsprakenloket van het Sophiaziekenhuis te Zwolle de heer De Bont staan. Mijn verbazing was zeer groot. Immers in juni 1990 had ik hem moeten mededelen dat hij lijdende was aan een kwaadaardigheid van de prostaat, die was uitgezaaid naar de lymfeklieren. Er was sprake van een zeer ernstige situatie. Wij hebben een behandeling ingesteld, zoals wij gebruikelijk zijn te doen. Echter hem hier in Zwolle te zien in blakende conditie kunnen wij medisch gezien rustig een unicum noemen. Je vraagt je dan inderdaad af of er nog meer is tussen hemel en aarde."

Nummer 66
Wat Gerrit de Bont toen niet besefte, was dat er een Medisch Bureau was waar je deze zaken kunt melden. Enkele jaren later zijn de gegevens daar wel terechtgekomen. Dr. Patrick Theillier, hoofd van het Medisch Bureau in Lourdes, kent Gerrit de Bont intussen goed en is steeds weer blij verrast als hij hem in Lourdes treft. Toen dokter Theillier voor het eerst vernam van Gerrits genezing van prostaatkanker "was hij zeer onder de indruk, vooral toen ik hem foto's liet zien van mij voor mijn tocht naar Lourdes en daarna. 'Dat jij er nog bent', was zijn verbaasde reactie. Als het aan hem ligt, dan wordt mijn genezing erkend als een wonderbaarlijke genezing. En dan zou ik nummer 66 zijn."

Nog één kans
Voor Gerrit de Bont was het eigenlijk ook geen vraag of hij zou genezen. Jaren eerder, in 1958, was Maria hem ook al eens goedgunstig geweest. "In 1990 heb ik Maria gevraagd mij nog een kans te geven. Dan kon ik ook de in 1958 gedane belofte om een boek te schrijven over mijn belevenissen eindelijk nakomen. Ik kon me niet voorstellen dat ze me zomaar zou laten vallen." Hij had immers in 1958 tegen alle logica in in zijn eentje een fietsbedevaart ondernomen naar Lourdes, omdat hij aan een schildklierziekte leed die de specialist niet verder kon behandelen. Na de loodzware tocht, een eerste teleurstellende kennismaking met het toeristische Lourdes en een uiteindelijk diepe geloofservaring bij de Grot, had Maria hem aangeraakt en geheeld, letterlijk. Het boek kwam er dus uiteindelijk in 1992. 

Wonderbaarlijke genezingen
Het onderzoek naar het wonderbare karakter van een genezing bestaat uit een medisch en een kerkelijk onderdeel. De eerste fase van het medisch onderzoek wordt uitgevoerd door het Medisch Bureau te Lourdes, waar de zieke zich na genezing meldt. Met een hier opgesteld dossier wordt het geval voorgelegd aan een medische commissie. Als drievierde van het aantal medici in de commissie dat wenst, wordt de zaak overgedragen aan het Internationale Medische Comité. Dit comité bestaat uit dertig specialisten, chirurgen en medische professoren en komt eenmaal per jaar bij elkaar. Als ook dit comité oordeelt dat de genezing onverklaarbaar, en dus eventueel wonderbaarlijk is, worden de kerkelijke autoriteiten ingeschakeld.
Het kerkelijk onderzoek wordt uitgevoerd door een Diocesane Canonieke Commissie. Deze commissie gaat na of het om een genezing gaat waarvoor "geen enkele geldige medische, wetenschappelijke, natuurlijke of normale" verklaring gegeven kan worden. Het komt toe aan de bisschop van het diocees waar de genezen persoon toe behoort - in het geval van De Bont is dat kardinaal Simonis - om ten slotte te verklaren dat de genezing gezien moet worden als een "teken van God". Zodra die erkenning er is, kan het geval aan de lijst van nu 65 officieel erkende wonderbaarlijke genezingen worden toegevoegd.

Het apostolaat
Op de voorzichtige vraag of hij enig idee heeft waarom hem dit overkomt, weet Gerrit de Bont wel antwoord. Zonder op te scheppen of dik te doen, vertelt hij: "Wij proberen te leven op een wijze die Maria van ons vraagt: met geestelijke versterving, de dagelijkse Eucharistieviering, het bidden van de rozenkrans, het brengen van geldelijke offers. Ons apostolaat is het bezoeken van mensen, meestal van zieken en stervenden. Men ervaart het als een geestelijke opknapbeurt. Ik bid zelf ook niet om pijnvermindering maar om goed te kunnen functioneren. Onze bedevaarten zijn ook echte bedevaarten; we leven dan bijna alleen op water en brood."

Wissewasje
Bij alle wonderlijke genezingen en gebeurtenissen is het zeker niet zo dat Gerrit de Bont van elke kwaal of aandoening gespaard blijft. "Sommige mensen denken dat ik om elk wissewasje naar Lourdes ga en ik steeds maar genees, maar dat is niet zo." Hij draagt elke dag, al bijna vijftig jaar, de last van te leven zonder maag. Het zicht in een oog is weg en zijn ene been houdt permanent vocht vast. "Maar", klinkt de heldere en optimistische stem van Gerrit de Bont "ik zou het zo fijn vinden voor Maria als het officieel wordt dat er een Nederlander - het maakt helemaal niet uit dat dat Gerrit de Bont is - in Lourdes op wonderbaarlijke wijze is genezen. Al te vaak wordt Maria maar een gewone vrouw genoemd." Een hartgrondig "Kom nou!" volgt. Nee, Maria is bijzonder en die ervaring dragen Gerrit en Agnes ook uit.

In Lourdes ligt er een dossier over De Bont en intussen zijn de papieren, met foto's, over de genezing in 1990 bij of naar de desbetreffende instanties en personen gestuurd. Omdat dergelijke aangelegenheden een grote mate van nauwkeurigheid vergen, zijn de gegevens hierover en dus de stand van zaken helaas niet openbaar.

© 2004 Katholiek Nieuwsblad
Niets van deze uitgave mag opnieuw worden uitgegeven in welke vorm dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever